"Als
ik, jullie heer en meester, jullie de voeten was, moeten jullie
dat zeker doen en elkaar de voeten wassen." - "Blijft
dit doen om mij te gedenken."
In
mijn kinderjaren trokken we op nieuwjaarsdag 's namiddags altijd
met de hele familie naar onze grootouders voor een feestmaal met
boterkoeken en chocolademelk. Op een keer zette opa aan het einde
van de maaltijd een paar flessen genever op tafel. We gaan nog een
borrel drinken, zei hij, want volgend jaar zal ik er niet meer bij
zijn. Natuurlijk protesteren jullie, ik zou me beledigd voelen als
je het niet deed, maar ik weet het zeker: voor mij is het de
laatste keer. En je moet nu allemaal goed luisteren. Ik ga een
aantal dingen zeggen die ik jullie geleerd heb en die je altijd
moet onthouden. En dan vatte hij zijn levensleer samen in een
aantal pittige spreuken. Bijvoorbeeld: volg het voorbeeld van de
pastoor en niet dat van de melkboer: je moet altijd water bij de
wijn doen, maar nooit bij de melk. Beter een brede rug dan lange
tenen. Het is beter te mogen geven dan te moeten krijgen.
Toekomend jaar, zei hij, als ik er niet meer
ben, moet je me laten spreken door mijn spreuken. En ook alle
jaren nadien, zo lang jullie op nieuwjaar blijven
samenkomen.
Zo
heeft mijn grootvader me de eucharistieviering doen begrijpen.
Jezus hield met zijn volgelingen zijn laatste feestmaal. In het
verslag van het Johannesevangelie is er helemaal geen sprake van
zoiets als de instelling van het sacrament van de eucharistie.
Jezus zegt er niets over, maar hij doet iets dat iedereen aan
tafel verbijstert. Hij bindt zich een schort om en begint met
iedereen de voeten te wassen. Om de een of andere reden hadden ze
die voetwassing aan het begin van de maaltijd overgeslagen. De
heer doet nu het werk van een slaaf, en geeft daar commentaar bij.
Zijn leerlingen moeten doen zoals hij het voorgedaan. Elders in de
evangeliën zegt hij het uitvoeriger. "Bij de heidenen, dit
wil zeggen, in de wereldlijke verhoudingen, in de politiek en de
economie, spelen koningen de baas, daar laten machthebbers zich
weldoener noemen. Maar bij jullie mag dat niet zo zijn."
Christenen blijven hem gedenken doordat ze, zoals hij zo dikwijls
in zijn leven heeft gedaan, de menselijke verhoudingen op hun kop
zetten. Enkele dagen na het laatste avondmaal deed hij nog eens.
Koning ben ik inderdaad, antwoordt hij aan Pilatus, maar van een
rijk dat niet van deze wereld is. Het is wel in deze wereld, en
daar doet het zich gelden door mensen die hun macht gebruiken om
hun medemensen te dienen. Door het vuil dat aan hen kleeft weg te
wassen.
Blijf dit doen om mij te gedenken, zegt Jezus
volgens de andere evangelisten nadat hij brood en wijn, teken van
zijn geofferd lichaam en vergoten bloed, heeft rondgedeeld. Zij
die hem blijven gedenken, doen dit niet in de eerste plaats door
eucharistie te vieren. Eucharistie vieren ze om zich telkens
opnieuw in te prenten wat het Johannesevangelie duidelijk wil
maken. Ze doen het om de opdracht te kunnen volhouden, tegen alles
en iedereen in waardoor ze belachelijk, in sommige omstandigheden
zelfs verdacht worden gemaakt.
In sommige kerken wordt op Witte Donderdag nog
altijd de voetwassing symbolisch overgedaan. Symbolisch, want je
mag er maar aan meedoen als je vóór de plechtigheid een grondig
voetbad hebt genomen, zeker als je nogal delicate voeten hebt.
Er is geen verdere uitleg nodig om in te zien
dat het niet bij die jaarlijkse symboolhandeling mag blijven. Ze
heeft alleen zin als we ze hanteren als de sleutel die ons de
eucharistie doet begrijpen. We vieren ze alleen zoals het hoort in
de mate dat ze ons helpt om Jezus' dood en opstanding wààr te
maken in de praktijk van het dagelijkse leven.
Ik
keer nog even terug naar het testament van mijn grootvader. Nog
altijd komt onze hele familie samen, niet meer op nieuwjaarsdag
zelf maar ergens in de nieuwjaarsmaand. En we herhalen zijn
spreuken. Enkele jaren geleden was er één persoon afwezig. Ze
was van haar man gescheiden en met een andere, gescheiden man
hertrouwd. Ze mocht er niet bij zijn, want ze had vuile voeten.
Het heeft ons twee nieuwjaarvieringen gekost om eensgezind tot het
besef te komen dat die vieringen één grote leugen waren. Nu
leven we opnieuw in de waarheid.
B.J. De Clercq o.p.