Hij ligt al een poos achter
ons, de tijd dat we kerstmis vierden als de geboorte van Jezus waarbij
de aandacht vooral uitging naar de schamele stal en het pasgeboren kind,
warm geblazen door de os en de ezel, en herders in het open veld, en
engelen die aan het hemelgewelf zongen "Gloria in excelsis Deo et
in terra pax …". Engelen die Latijn zingen! Dat is de taal van de
verdrukker van die dagen. Jozef en Maria hebben het zeker niet begrepen.
We hebben ze achter ons gelaten, die voorstelling van het wonderlijk
gebeuren van een God die uit zijn hemel was neergedaald om de gedaante
van een mens aan te nemen.
Kerstmis is eigenlijk een uitdrukking van ons paasgeloof.
Omdat Jezus over zijn dood heen geloof gevonden heeft, is men zijn
levensverhaal gaan vertellen. Beginnend met het relaas van zijn lijden.
Want daarmee diende men in het reine te komen. In eerste instantie. Het
moest voor zijn vrienden en sympathisanten uitgeklaard worden dat dit
geen verwerping van Godswege betekende. Pas wanneer dat duidelijk voor
ze is kan zijn leven ook verteld worden. Ze staan er dus uitvoerig en
nadrukkelijk bij stil, de vier evangelisten. Dat komt eerst.
Vervolgens kunnen ze zijn levensverhaal laten klinken, de boodschap die
hem bezielde en die zijn optreden tekende. Ieder van de evangelisten
doet dat op zijn manier met eigen accenten en kleuren.
En ten slotte, als laatste fase in het ontstaan van de
evangelieverhalen, krijgen we het verhaal van zijn geboorte. Dat is dan
al minstens 70 jaar na datum. Niemand weet daar nog iets van. Het heeft
ook nauwelijks belang. Dat mag blijken uit het feit dat maar twee
evangelisten het vertellen. Deze verhalen zijn het resultaat van de
vrome overweging. Ze zijn bevestiging van het geloof in Jezus’
verrijzenis. Daar ligt immers het nieuwe begin: dat Jezus’ bewogenheid
zich na zijn dood heeft doorgezet in het leven van zijn vrienden. Het
nieuwe begin heeft niets te maken met miraculeuze tussenkomsten rond
zijn geboorte. Die zijn er niet geweest. Het nieuwe is dat zijn vrienden
en sympathisanten vasthouden aan hun overtuiging dat hij ondanks zijn
officiële veroordeling door de religieuze leiders kind, van God was.
Dat maakte voor hen een nieuw begin mogelijk. Hun menswording. Als
opstanding uit de machteloosheid, het cynisme en de achterdocht, om zich
toe te wijden aan zijn dienst aan mensen in naam van God.
Wanneer we kerstmis vieren
doen we dat telkens weer in dat perspectief. In het licht van onze
menswording. De verhalen die we op kerstmis beluisteren, kunnen
ons misschien helpen een nieuwe samenhang te vinden voor ons leven, ze
kunnen – wie weet - een nieuw begin inluiden.
Wij proberen de puzzel van ons leven samen te leggen
tot een leesbaar geheel, een mozaïek, een kleurrijk geheel. De
kinderen hebben de laatste vier weken gewerkt rond solidariteit. Hoe
samenwerking helpt een mooi mozaïek te maken van ons leven. Het is
een beeld dat ieder voor zich kan laten spreken.
Wie iets wil vatten van de betekenis die Jezus gekregen
heeft in de joodse traditie, kan niet voorbij aan de grote voorman die
deze geschiedenis in gang gezet heeft: Mozes. Met hem is het inderdaad
begonnen: het verzet van die joodse families die zich niet langer
leenden tot de mensonterende situaties waartoe ze gedwongen werden onder
de Egyptische heersers. Dit gebeuren is werkelijk het scharniermoment in
de geschiedenis van het joodse volk. Hier komt een beweging op gang die
alle generaties zich blijvend dienen te herinneren. Want dit was de
dood. Noch min noch meer. En daaruit zijn ze gered. Wonderlijk is dat.
Onverhoopt. Daarom zullen ze die uittocht ieder jaar opnieuw in grote
dankbaarheid gedenken. Zich telkens weer dat verhaal eigen maken. Er in
gaan staan. Om steeds hernieuwd te beseffen dat elk Egypte ontvlucht
moet worden. Elke situatie die mensen kleineert en die roept om
opstanding, een nieuw begin. Het is een verhaal dat ons alert wil houden
voor alle mogelijke Egyptische toestanden die zich voordoen tot op
vandaag.
Zoals alle joodse kinderen heeft Jezus zich ingeleefd in
de gemeenschap die met dit verhaal vertrouwd was. Het heeft indruk op
hem gemaakt. Hij heeft er de smaak van geproefd en in zich opgenomen.
Hij is ervan doordrongen geworden. In die God geloofde Jezus. Niet als
een theoretische hypothese, niet als een zeker weten, maar als een
waarheid die hij zich aantrok. Hij was er zo van doordrongen dat hij die
waarheid in persoon geworden is. Hij is zelf dat verhaal geworden. Jezus’
leven is één exodusverhaal waarbij hij mensen oproept weg te trekken
uit alles wat hen klein of onbenullig houdt. Jezus zelf is in zijn
dagelijkse omgang met mensen een voortdurend nieuw verhaal van
opstanding. Hij is de nieuwe Mozes.
De evangelieschrijvers laten dan ook geen gelegenheid liggen om de
parallel tussen Jezus en Mozes in de verf te zetten. Zoals destijds
Mozes, zo vandaag Jezus, en meer dan dat. Er is een opvallende rode
draad die een grote boog spant tussen Jezus en Mozes en deze zelfs nog
doortrekt tot bij Noach. Zoals Jezus door de dood heen wordt gehaald, zo
ook Mozes, zo reeds Noach.
Temidden van een situatie waar de dood alomtegenwoordig
is, wordt Mozes er doorheen gehaald.
Temidden een schepping die met totale vernietiging bedreigd wordt, wordt
Noach er doorheen gehaald.
Het verhaal van de redding van Mozes, als kind in de
Nijl geworpen, maakt dat duidelijk. Mozes redt het niet zelf. Hij
wordt er door gehaald. Zoals het ook met Jezus gebeurde. De verteller
van het Exodus-verhaal gaat hiervoor leentje buur spelen bij de
Egyptenaren aan wie hij het woord "teva" ontleent om het
mandje aan te duiden waarin Mozes wordt neergelegd. Het is hetzelfde
woord dat ook gebruikt wordt om de ark van Noach aan te duiden. Het
woord teva beduidt een sarcofaag of doodskist. Daarmee is een rode draad
gespannen doorheen de hele geschiedenis.
Op het nippertje zal de mens … het zelf niet
redden, maar gered worden. Wanneer de grote vloed de hele schepping
dreigt te vernietigen wordt de hele schepping er door gehaald omwille
van Noach, de getrouwe, die een nieuw begint toelaat. En wanneer het
joodse volk aan dreigende uitroeiing lijkt overgeleverd wordt Mozes er
door gehaald in een doodskistje. In beide gevallen wordt de doodskist op
dezelfde manier behandeld. Dat het volk Israël er zal zijn, dat Adam,
de mens te voorschijn zal komen, is geen van beide een vanzelfsprekende
zaak. Het is telkens als een gang door de dood heen. Zo is het ook met
Jezus. Het is het wonder dat geschiedt: midden in de dood zijn wij, en
zie: wij leven. Jezus moet het onderspit delven, en zie: uit hem wordt
nieuw leven geboren. Een nieuwe gemeenschap die geen grenzen meer stelt.
Alle mensen geroepen om mensen van God te worden.