God als een
hand die zegent, een hand die vasthoudt en draagt. Daarom noemen
wij Hem Schepper, Vader, Bron van leven. God naar wie we opzien
als hoogte. De
vis, ichtus in het Grieks, is Christus in wie God ons nabij komt
als verbonden met het levenslot van ieder ander. In Jezus
leerden we God kennen als plaatsbekleder voor elke lijdende
mens. De symboliek van de vis verwijst naar het water en de
aarde, want doorheen deze tekens werd Hij ons nabij.
De duif is de neerdalende Geest die ons aanraakt in het diepste
van onszelf. Hier ervaren we God als diepte, verbonden met onze
eigenste groeikrachten en onze poging om heel te worden. De
heilige Geest wordt ook gesymboliseerd door het vuur en de wind
omwille van zijn ongrijpbare aanwezigheid, zijn speelsheid en
tegelijk alles verterende of meesleurende kracht.
Zo ontmoeten we de ene, enige God op een directe en concrete
manier: als hoogte, verte en diepte. God verbonden met de grote
kosmische krachten van lucht, aarde, water en vuur. En in het
centrum van deze dimensies en krachten staan wij als zoekende
mensen, die vragend, hopend uitzien, die in eerbied buigen, die
in zorgende bekommernis het leven trachten te behoeden en elkaar
te ondersteunen, of die innerlijk genezen door de kracht die ons
aangrijpt. Telkens worden we aangesproken en wordt de
mogelijkheid geboden in relatie te treden met de Ene, de
Onnoembare Andere, de op mensen bedachte God.
Ik
heb bewust gekozen om op deze manier te spreken over het
mysterie van de heilige Drievuldigheid, omdat elke rationele
poging mislukt en zelfs misplaatst is. Terecht merkt
Schillebeeckx in zijn theologisch testament op:
"Ik kan niet meegaan met binnentrinitarische
speculaties, zij het die (vanuit menselijke voorgegeven
modellen) van Augustinus, van Bonaventura of Thomas, of die van
Hegel, en hedendaagse theologen. Al bewonder ik daarbij hun
trinitarische piėteit, die ik overigens deel, ik ben niettemin
huiverig voor het vleugje menselijke onbescheidenheid wat
betreft hun trinitarische speculaties. Dat is ook de reden
waarom ik nooit een traktaat 'De Trinitate heb geschreven, al
heb ik voor de rest alles wat er in de theologie ongeveer te
behandelen valt, ergens wellicht wel in mijn reflecties
betrokken." (H. Schillebeeckx, Theologisch testament,
Nelissen, Baarn, 1994, p.97)
Persoonlijk zou ik nog verder willen gaan.
Het gaat niet alleen om menselijke onbescheidenheid, maar de
speculaties waarover Schillebeeckx het heeft tonen hoe een
bepaalde rationaliteit zich niet weet te begrenzen en daardoor
tekort doet aan ons geloof, aan Gods verhevenheid. Een feest als
dat van de Heilige Drievuldigheid is zo voor ons een bijzondere
uitdaging om tot een zodanig spreken te komen dat het mysterie
intact blijft. Het is een uitdaging om het geloof te bevrijden
van een rationele greep waarin het eeuwen werd opgesloten en
waardoor het voor de meeste mensen van vandaag onaantrekkelijk
is. Geloven wordt een krachtig gebeuren als het onze totale
persoon aangrijpt en daarbij Gods anders-zijn overeind mag
blijven. Deze visie is niet anti-rationeel maar wijst op de
grenzen van onze rede. Slechts zo kunnen we opnieuw weer buigen,
uitzien, verstillen en hopen op Diegene die ons zo
onvoorwaardelijk ter harte gaat.
Marcel Braekers o.p.