Feest van Catharina
van Siëna (29 april)
"Ik hou van de
Kerk.
Ik hou van de Kerk omdat ze de zichtbare Christus is voor ons op
aarde."
Zo’n uitspraak doet ons vandaag opkijken. Wie zegt nu zoiets?
Het was de.heiligeCatharina van Siëna in de 14e eeuw, een
dominicaanse lekenvrouw van wie het naamfeest wordt gevierd op 29
april, dit jaar een zondag. Bij de dominicanen krijgt dit feest de
voorrang op de gewone weekeindliturgie.
De
tijd waarin Catharina van Siëna leefde, was een periode van grote
troebelen, onveiligheid en onrust in de westerse samenleving. Alom ingrijpende
culturele, economische, politieke, religieuze en sociale
veranderingen. Overal heersten verwarring en wanorde.
Verwarring en wanorde
heersten niet in de laatste plaats ook in de Kerk. De paus en zijn
hofhouding hadden zich gevestigd in Avignon. Een tijd lang waren er
twee pausen, die er allebei aanspraak op maakten de enige echte te
zijn. Voorbeelden van een christelijke levenswandel waren ze niet.
Veel priesters en bisschoppen waren dat al evenmin. Al die vormen van
verval zetten Catharina ertoe aan om op een heel persoonlijke manier te
reageren. Ze sprak en schreef kerkelijke gezgspersonen aan met eerbied
en ontzag, maar zeer kordaat, gedreven door een grote liefde voor de
Kerk die de zichtbare Christus op aarde moest zijn, en overtuigd dat ze sprak en schreef vanuit haar gedrevenheid
door de Geest die zij in zich aanwezig wist.
Catharina
sprak en schreef
nooit in eigen naam, maar in Jezus’ naam. Ze richt zich tot
wereldlijke vorsten, maar evenzeer tot bisschoppen
en kardinalen en de pausen.
Telkens opnieuw herhaalt ze: "Ik en Jezus vragen u" - "Mijn ziel in
vereniging met God heeft een groot verlangen" - "Ik schrijf u
in het kostbaar bloed van Christus" en "ik wil dat u de
aardse Christus liefheeft". Aan Gregorius XI bijvoorbeeld vraagt
ze "de verwijdering van onwaardige herders", de terugkeer van
de paus naar Rome, een "waardiger leven en pastorale zorg".
Het lag niet voor de hand de Kerk van de 14de eeuw lief te hebben en er ook nog voor
op te komen tegenover het volk en de overheden van stad en staat. En
het was toen nog minder evident dan vandaag om als vrouw in
het openbaar te spreken en gehoord te worden.
"Liefde
doet lijden", zegt men wel eens. Dat is zo met liefde voor
medemensen. Catharina heeft dit ondervonden in haar liefde voor de
Kerk. Ze bad, ze sprak, ze schreef,
ze ondernam moeilijke en gevaarlijke reizen omdat ze liefhad. Juist
om haar
grote liefde voor de Kerk kan ze ook vandaag een voorbeeldfiguur zijn
voor allen die de Kerk, de zichtbare Christus op aarde, liefhebben. In
die voorbeeldfunctie is ze bevestigd door paus Paulus VI, die
Catharina in 1970 de titel van 'kerklerares' heeft verleend. In 1999
heeft de huidige paus haar, samen met Edith Stein en
Brigitta van Zweden, uitgeroepen tot co-patrones van het Europese
continent.
Waar
Catharina, zoals toen algemeen
gangbaar was, over de Kerk dacht in termen van haar leiders,
denken wij nu aan de Kerk als het 'Volk van God', in de lijn van het
IIe Vaticaans concilie: "het messiaanse volk, opgericht als gemeenschap
van leven, liefde en waarheid en gezonden als licht van de wereld en
zout der aarde".
We hebben, vroeger, ook leren spreken van de Kerk die is onze moeder is.
Ik denk dat we de gemeenschap van de gelovigen ook kunnen zien als een
moeder. Een gemeenschap die samengebracht en samen gehouden wordt door
de Geest. In
die Geest ontvangt zij nieuw leven, koestert het en voedt het, baart
het, openbaart het en schenkt het aan de wereld van nu in
daadwerkelijke liefde, in woord en brood, in tekenen en symbolen, voedsel voor mensen
onderweg.
Als we de Kerk, het 'Volk van God' en - met de woorden van Catharina -
de zichtbare Christus op aarde,
liefhebben, zullen wij ook bij momenten lijden, zal ons hart
schreien. Het zou allemaal zoveel beter kunnen.
We moeten proberen we zoals Catharina dit kruis van gebrokenheid, ook onze eigen gebrokenheid
op te nemen, te bidden, te spreken
waar het kan en moet, in het geloof dat Gods Geest ons bezielt, ons en
vele anderen.
Ja, we kunnen in de
leer gaan bij Catharina van Siëna. Zien en horen wat in onze
maatschappij leeft en evolueert in de wetenschap, de techniek, de
cultuur; de zorgen van de mensen beluisteren, hun taal leren verstaan
en leren spreken; ook binnen de Kerk, het levende Volk van God, die taal
spreken en ter sprake laten komen. Op zoek gaan naar waar evolutie naar meer menswording bezig is en
deze verder mogelijk maken in woord en daad. Laten we goed luisteren
en kijken. Het gebeurt vandaag, hier en nu en overal waar mensen van
goede wil aan het werk zijn.
Misschien kunnen we
dan de profeet Jesaja nazeggen: "Denk niet meer aan het
verleden en sla geen acht op wat reeds lang voorbij is. Ik onderneem
iets nieuw, het begin is er al, zie je het niet?" (Jes. 43:18-19).
Zo wordt het naamfeest van Catharina voor de hele dominicaanse
familie een blije en hoopvolle feestdag.
Zuster M. Josine o.p.