Preek van de week
|
|||
Liturgische kalender | |||
Prekenlijst | Uw commentaar |
Het scheppingsverhaal herschreven |
17 februari - 1ste vastenzondag (Genesis, 2:7-9; 3:1-7) |
"Je
zult helemaal niet sterven. God weet dat je ogen open zullen gaan We hebben het net gehoord: God blies de mens de levensadem
in en zo werd de mens een levend wezen. De biogenetica is vooral onder de aandacht gekomen met het
klonen van menselijke embryo's, en dit met de nodige complexe ethische vragen.
Een problematiek die doorstoot naar vragen als "Is een embryo een mens,
een potentiële mens of een bouwsteen van een mens? Mag een menselijk embryo
worden opgeofferd om een andere mens te helpen bij vruchtbaarheidsproblemen,
om zenuwziekten, de ziekten van Parkinson en Alzheimer te genezen en
genetische afwijkingen te behandelen?In het licht van deze ontwikkelingen
laten wij ons leiden door de vraag 'Hoe ga ik om met mijn eigen leven? Hoe
benader ik het leven van anderen?' Ons antwoord hangt af van onze keuze tussen
waarden. Maken wij God ondergeschikt aan onze menselijke ambities of stemmen
wij deze ambities af op het niveau van een goddelijke realiteit? De jaarlijkse veertigdagentijd is als een moratorium, een
tussentijd of -ruimte in de woestijn van onze tijd, een opvordering om bij de
genoemde fundamentele vragen stil te staan en om weer verankering te vinden.
Is het immers niet de woestijnervaring van veel tijdgenoten dat zij niet in
het reine komen met de dubbelzinnige meerzinnigheid van de ondanks alles
moeizaam bijeengeschraapte antwoorden op de fundamentele, complexe ethische
levensvragen? De biogenetica herschrijft de genesis, de wording van het
leven. In het nieuwe genesisverhaal lijkt de mens aan God gelijk te worden
want hij slaagt er in de mens te maken naar zijn beeld en gelijkenis, niet uit
klei, niet uit een mannelijke rib maar uit de onthutsende ontwikkelingen van
de biogenetica.Zo is de cirkel rond, want wij belanden terug bij het
bijbels-mythische verhaal waarin het eerste mensenpaar ervan droomde God te
kunnen overtroeven. De mens, geroepen tot levenwekkende verbondenheid, vervalt
in dodelijk concurrentie. Hij weigert God als bondgenoot te zien, hij maakt
Hem tot een rivaal. Herman Van Tulder o.p., Knokke |
|||