Preek van de week
Liturgische kalender
  Prekenlijst Uw commentaar

   forum    webmeester

Het scheppingsverhaal herschreven
17 februari - 1ste vastenzondag (Genesis, 2:7-9; 3:1-7)

 

 "Je zult helemaal niet sterven. God weet dat je ogen open zullen gaan
als je eet van die boom, en dat je dan gelijk zult worden aan God
door de kennis van goed en kwaad."


We hebben het net gehoord: God blies de mens de levensadem in en zo werd de mens een levend wezen.
Hoe moet je dat vandaag de dag verstaan?
In deze huidige tijd, die er een is van verbluffende, duizelingwekkende menselijke scheppingskracht, lijkt het er op dat er een nieuw spectaculair scheppingsverhaal wordt geschreven. Door de grote wetenschappelijke revoluties in de wereld van de fysica, de computertechnologieën en de biogenetica komt stilaan een nieuw scheppingsverhaal tot stand, regelmatig bijgewerkt of herschreven.
Daarin lezen wij het verhaal van de geboorte, van het ontstaan van een nieuwe mens en een nieuwe wereld. Intussen ontkom je niet aan de spanning tussen: geloven dat het leven zomaar gegeven is en de onloochenbare werkelijkheid dat de mens dat leven steeds meer in eigen handen neemt. De biogenetica lijkt wel een goddelijke functie door de mens uitgeoefend. Dankzij DNA-manipulaties zal de biogenetica in de toekomst heel wat erfelijke ziekten kunnen uitschakelen. Allerlei menselijke organen zullen worden 'gekweekt' met het oog op transplantatie. Dankzij de wetenschappelijke revolutie van de biogenetica zal het verouderingsproces aanzienlijk worden vertraagd; kanker en vaatziekten nog afdoender worden bestreden; psychische afwijkingen zullen worden bijgestuurd, karakteriële onhebbelijkheden weggewerkt, het geslacht gewijzigd, de menselijke fysionomie verfraaid, zelfs crimineel en dement gedrag zullen preventief kunnen worden behandeld.
De biogenetica maakt de mens tot meester van het menselijk leven, van zijn kwaliteiten en gebreken, van zijn biologische toekomst. Gekoppeld aan de creatie van artificiële intelligentie lijkt een nieuwe fase ingeluid in de thans door de mens gestuurde evolutie van het menselijk ras.
Is het niet een uitdaging, zonder de werkelijkheid van al die ontwikkelingen te ontvluchten, te blijven geloven in het geheim van het leven, dat ons in de kern door God gegeven is? Of te geloven in wat de Zweeds Marianne Fredriksson in haar roman Simon subliem verwoordt: "Misschien is elk nieuw kind een poging van de aarde om uitdrukking te geven aan datgene dat niet begrepen kan worden.".... "Kinderen hebben de oeroude geschiedenis van de aarde in hun cellen en de wijsheid van heel de natuur in hun bloedsomloop."

De biogenetica is vooral onder de aandacht gekomen met het klonen van menselijke embryo's, en dit met de nodige complexe ethische vragen. Een problematiek die doorstoot naar vragen als "Is een embryo een mens, een potentiële mens of een bouwsteen van een mens? Mag een menselijk embryo worden opgeofferd om een andere mens te helpen bij vruchtbaarheidsproblemen, om zenuwziekten, de ziekten van Parkinson en Alzheimer te genezen en genetische afwijkingen te behandelen?In het licht van deze ontwikkelingen laten wij ons leiden door de vraag 'Hoe ga ik om met mijn eigen leven? Hoe benader ik het leven van anderen?' Ons antwoord hangt af van onze keuze tussen waarden. Maken wij God ondergeschikt aan onze menselijke ambities of stemmen wij deze ambities af op het niveau van een goddelijke realiteit?


De jaarlijkse veertigdagentijd is als een moratorium, een tussentijd of -ruimte in de woestijn van onze tijd, een opvordering om bij de genoemde fundamentele vragen stil te staan en om weer verankering te vinden. Is het immers niet de woestijnervaring van veel tijdgenoten dat zij niet in het reine komen met de dubbelzinnige meerzinnigheid van de ondanks alles moeizaam bijeengeschraapte antwoorden op de fundamentele, complexe ethische levensvragen?

De biogenetica herschrijft de genesis, de wording van het leven. In het nieuwe genesisverhaal lijkt de mens aan God gelijk te worden want hij slaagt er in de mens te maken naar zijn beeld en gelijkenis, niet uit klei, niet uit een mannelijke rib maar uit de onthutsende ontwikkelingen van de biogenetica.Zo is de cirkel rond, want wij belanden terug bij het bijbels-mythische verhaal waarin het eerste mensenpaar ervan droomde God te kunnen overtroeven. De mens, geroepen tot levenwekkende verbondenheid, vervalt in dodelijk concurrentie. Hij weigert God als bondgenoot te zien, hij maakt Hem tot een rivaal.
Meer dan voldoende om als gedachte ter bezinning in deze veertigdagentijd mee te nemen.

Herman Van Tulder o.p., Knokke