|
|
|
|
|
|
|
In de woestijn bekoord 13 februari 2005 - 1ste vastenzondag (Matteüs 4,1-11)
Bekoring is een ouderwets woord, maar een zeer eigentijds gebeuren.
'Ik heb me weer eens laten verleiden' horen we dikwijls van een vrouw
die thuis komt van de supermarkt.
H
De verleidingen gebeuren in de woestijn. Dat is niet de Sahara. Dat is
de woestijn van de miskenning, de vereenzaming, de depressie, de
isolering door ziekte, door verlies, of door een gebroken relatie.
Woestijn is leegte. Niemand hebben. Het niet meer zien zitten. Er
alleen voor staan. Troosteloosheid. Mensen kunnen harde
woestijntijden meemaken! Dan is de bekoring groot om er de brui aan te
geven. Dan moet je geestelijk sterk staan om staande te blijven. In je
geloof, in je vertrouwen, in de liefde.
Ook Jezus wilde er niet aan ontsnappen. Hij wou solidair zijn met zijn
volk Israël dat veertig jaar in de woestijn doorbracht. Veertig jaar
ontbering. Veertig jaar beproeving. Het volk Israël dat 'zoon van God'
werd genoemd. Een titel die gegeven werd aan wie op een bijzondere
wijze door God bemind werd. Geloof dat maar in die woestijn! Mozes
deed het. Hij geloofde Hij bracht veertig dagen en nachten door op de
berg Sinaï. In biddende Godsnabijheid. Jezus is voor de evangelist de
nieuwe Mozes. Hij zal zijn volk, ook ons, bevrijden uit de woestijn.
Hij zal ons voorgaan in de woestijntijd en in het weerstaan aan de
verleidingen. Zo zal hij DE zoon Gods zijn, bij uitstek.
'Honger is de beste saus.' Een oppervlakkig culinair gezegde. Goed
voor de horeca-sector. Honger is iets anders na een zelfgekozen vasten
of een hongerstaking. Zeker als je moet overleven in een situatie
zoals in Zuid-Oost Azië of ergens in Oost-Congo op de vlucht in het
woud. Maar er is ook onze honger naar 'lekker smullen' in gulzigheid
en overdaad. De verleider nadert op onze zwakke momenten en kent onze
zwakke plekken. Jezus werd verleid om van woestijnstenen lekkere
broodjes te maken. 'Als je de zoon van God bent', zei de duivel. Maar
Jezus wilde dat zoonschap zo niet invullen. Het heeft voor hem niets
te maken met groteske spectaculaire wonderdoenerij. Zeker niet als het
gaat om 'brood'. Een symboolnaam voor alles wat een mens nodig heeft
om menswaardig te leven. Brood dat door hard werken verdiend wordt .
Ons 'dagelijks brood'. Brood dat Jezus wilde breken en delen. Solidair
met hongerige medemensen. 'Broederlijk delen'. Nu in deze
veertigdagentijd. Nu voor die slachtoffers van de vloedgolf of van
burgeroorlogen in Darfur of Congo. Kunnen we echt niet één dag in de
week ons brood delen en aan den lijve honger voelen als 'de beste
saus' voor solidaire medemenselijkheid?
Onze aandacht voor eigen persoontje, onze zucht naar eer en aanzien,
ons verlangen naar bevestiging en naar zovele vormen van
persoonsverheerlijking, het zou allemaal als sneeuw voor de zon moeten
smelten oog in oog met de ware 'zoon van God'. De wijze waarop wij de
verleidingen weerstaan, in onze woestijntijden, zeggen ons hoezeer, of
hoe weinig, wij op hem gelijken die we, zo zeggen we toch, willen
navolgen.
Rob Moens, dominicaan, Genk |
Afdrukken | Top | Terug |