Preek van de week

 

kalender

 

 

Liefhebben en loslaten
9 september - 23ste zondag (Lc., 14:25-33)


 


"
Als iemand naar Mij toekomt,die zijn vader en moeder, zijn vrouw en kinderen, zijn broers en zussen, ja zelfs zijn eigen leven niet haat, kan hij mijn leerling niet zijn. Als iemand zijn kruis niet draagt en Mij volgt kan hij mijn leerling niet zijn." (Lucas,14:26)



Het evangelie dat dit weekeinde wordt gelezen doet ons eerst de wenkbrauwen fronsen. We horen een paar krasse uitspraken over het haten van de personen die ons het meest geliefd zijn. Dan volgen twee voorbeelden die zo vanzelfsprekend zijn dat je wel moet instemmen. Als iemand een toren wil bouwen zal hij inderdaad eerst moeten zien of hij geld genoeg heeft. En als een koning ten strijde wil trekken zal hij ook eerst moeten zien of zijn leger sterk genoeg is om het te halen. Eigenlijk komen die twee voorbeelden neer op een waarschuwing. Dat we ons niet roekeloos in welk levensavontuur ook mogen storten. We moeten altijd overleggen, wikken en wegen, kiezen en niet onbesuisd besluiten trekken. Dat is voor iedereen evident. Maar minder evident zijn de consequenties die het volgen van Christus meebrengen. Die lijken op het eerste gezicht compleet onredelijk en irreėel.
Er staat dat, als we leerling van Jezus willen zijn, vader en moeder, vrouw en kinderen, broers en zussen, ja ons eigen leven moeten haten. En dat we ons kruis moeten dragen.

Jezus kwam toch niet om de haat te prediken! 'Haten' is weer zo'n typische letterlijke Nederlandse vertaling van een oosters werkwoord. De jongste bijbelvertaling schrijft 'verfoeien'. Maar dat klinkt al even afschuwelijk. Eigenlijk is de betekenis: 'minder liefhebben' of 'op de tweede plaats zetten'. Maar dat roept dan weer een keuze op die God concurrent maakt van de mens. Kiezen voor God zou dan betekenen dat we de geliefde medemens maar wat minder moeten beminnen.

De geschiedenis van het monnikendom toont ons hoe men deze radicale uitspraken van Jezus ook radicaal in praktijk bracht. De ascese van de woestijnvaders en van vele religieuzen doet ons nu huiveren. Onthouding, onthechting, verzaking, versterving... tot in het absurde toe. Er waren zelfs pilaarheiligen, stylieten, die op een zuil leefden uit liefde voor God! Sommigen lieten zich inmetselen om toch maar aan alles en iedereen 'onthecht' te zijn. Omwille van God verliet men de wereld en verzaakte men aan zichzelf. Zelf heb ik het nog meegemaakt dat iemand zich uit Godsliefde dood vastte! Zelf hebben we als kind in de vastentijd, maar ook als religieuzen ons veel verstervingen moeten opleggen. Dat scheen wezenlijk voor een authentiek christelijk leven. Als we dan het evangelie lezen zien we een Jezus van Nazareth die alles behalve als een styliet of een verstorven asceet leefde. Men verweet hem zelfs dat Hij "een wijndrinker en gulzigaard" was. Jezus kleedde zich gewoon zoals iedereen. Hij woonde in een huis zoals iedereen. Hij at en dronk volgens de gangbare gewoonten. En toch gaat voor hem het Rijk Gods voor alles. Toch zien we een Jezus die vrij staat van alles en iedereen omwille van het Rijk Gods.

Wellicht is dit een goede formulering om te verwoorden waartoe dit gelovigen oproept: vrij-zijn van, om vrij te zijn voor. Vrij zijn van allerlei egoļstische bindingen om vrij te zijn voor de verbondenheid van de evangelische liefde. Zich vrij niet binden aan mensen, maar er toch mee verbonden zijn. Mensen kunnen omhelzen en ook kunnen loslaten. Mensen niet kunnen missen en ze toch ook niet nodig hebben. Zijn kruis dragen, maar ook geen kruisen zoeken.
We kunnen zomaar niet spreken van onthechting en onthouding zonder meer. Want je aan iemand hechten en van iemand houden is levensnoodzakelijk. We weten hoe kinderen die geen liefde gekend hebben het heel moeilijk hebben. We weten ook hoe mensen die blijven steken in narcisme nooit volwassen worden. De binding van de verbondenheid maakt vrij. Je wordt jezelf en je laat de ander, in alle respect, meer en meer zichzelf worden. De binding van de GEbondenheid knelt en verstikt. Zich ontwikkelen betekent je losmaken van je ingewikkeld zijn. Loslaten en vrij-worden.

Jezus spreekt de taal van de authentieke liefde. Van het zich gewonnen geven aan Gods Liefde, aan het Rijk Gods. Dan gaat men de partner, de kinderen, de familie, de medemensen vanuit die Godsliefde benaderen. Dan zijn mensen totaal uniek en oneindig kostbaar. Ieder mens wordt dan een godsgeschenk. En dus nooit een bezit. Nooit iemand die ik kan inpalmen, kan 'pakken' als iets dat van mij is. De onthechting en onthouding zijn inherent aan deze liefde. Je gaat je dan wel hechten en je gaat houden-van, maar dan wel onvoorwaardelijk en onbaatzuchtig. En deze levenshouding brengt vanzelf het kruis mee. Het kruis van de zelfgave. Als je consequent kiest, met heel je leven, voor de liefde van Jezus en je daar helemaal voor inzet, kan je gekruisigd worden zoals Jezus. Martin Luther King, bisschop Romero, de Jezuļeten van El Salvador, zovele anderen in Latijns-Amerika of in Kongo, of elders, hebben dat kruis van het martelaarschap doorstaan. Maar er is ook het martelaarschap van dag na dag waarin mensen het uithouden in slechte relaties of in uiterst moeilijke omstandigheden. Ze houden het uit met het houden van mensen, spijt alles,… en dus met het houden van God. Etty Hillesum, een joods meisje van 27 die in Auschwitz vergast werd, was zo iemand. Ze heeft de haat voor de Nazi's en de SS-ers nooit toegelaten in haar hart. Ze schreef in haar dagboek: "God, laat me geen kracht, geen snippertje kracht verliezen aan haat, aan nutteloze haat tegen deze soldaten. Ik zal mijn kracht sparen voor andere dingen.". In de hel van het uitroeiingskamp maakte Etty Gods Liefde zichtbaar.

Sartre zei ooit: "L'enfer ,c'est les Autres". Door haar christelijke liefde maakte Etty er een 'hemel' van. Althans voor die 'anderen' die in haar en in haar God geloofden.

Rob Moens o.p., Genk