"Hoe
kun je tegen een ander zeggen: 'Vriend, laat me de splinter
weghalen die in je oog zit', terwijl je de balk in je eigen oog
niet ziet? Schijnheilige, haal eerst de balk uit je eigen oog, pas
dan zie je scherp genoeg om de splinter weg te halen die in het
oog van de ander zit." (Lucas, 6:42)
Een blinde vlek in volgens Van Dale de
"plaats waar de gezichtszenuw het oog binnenkomt, ongevoelig
voor lichtprikkels". Vandaar de figuurlijke betekenis waarin
het woord meestal wordt gebruikt: iets wat men niet ziet, inziet
of begrijpt, ondanks het feit dat men er herhaaldelijk op gewezen
wordt.
Ieder mens heeft wel ergens een blinde
vlek. Een balk in het oog, zegt het evangelie. Meestal zijn we er
ons niet van bewust, en schijnheiligheid kan men het eigenlijk
niet noemen. Van anderen zien we hun blinde vlek: ze blijkt uit
hun gedragingen. En anderen zien die van ons. Zo ontstaat er
misverstand en wederzijds onbegrip.
Niemand heeft ooit zijn eigen rug gezien.
Je kunt dat wel proberen met twee spiegels, zoals bv. bij de
kapper, maar je ziet alleen een spiegelbeeld. De Japanners kennen
wat dit betreft een zeer mooi ritueel. Mensen die elkaars vrienden
zijn, gaan samen in een bad om elkaars rug te wassen. Dat is een
belangrijke vriendendienst. Mijn vriend ziet lelijke vlekken op
mijn rug waar ik zelf geen weet van heb, hij ziet de lasten en de
frustraties die ik te dragen heb, en hij wast alles weg. Ik doe
hetzelfde bij hem. Het is een ritueel van wederzijdse vergiffenis,
vergelijkbaar met wat wij de biecht noemen.
Als een blinde gids speelt voor een
andere blinde, sukkelen ze samen in de put, zegt Jezus. Het zijn
mensen met dezelfde blinde vlek.
Hoe dikwijls hoor je niet iemand zeggen:
'Ik ben geen racist, maar...'? En anderen in zijn omgeving
reageren: 'Ja, je hebt gelijk, ik denk er ook zo over'? Mensen met
een zelfde blinde vlek, zonder het van zichzelf en elkaar te
beseffen.
Blinde vlekken zijn vooroordelen,
letterlijk: oordelen op voorhand, vóór we ons op grond van de
feiten een gefundeerd oordeel hebben gevormd.
Er zijn ook katholieke en kerkelijke
blinde vlekken, vooroordelen dus. Sommige kerkelijke documenten
zijn alleen te begrijpen als een uiting van typisch
bureaucratische vooroordelen. Hoe iemand katholiek is,
'traditionalistisch' of 'kerk-kritisch', kom je gemakkelijk op het
spoor als je luistert naar hun reactie op een zelfde bericht in de
media. Je hebt de indruk dat ze beide iets anders hebben gelezen
of gezien. Ze lezen of zien alleen wat hun vooroordelen bevestigt.
Kunnen het evangelie en ons geloof ons
genezen van onze blinde vlekken?
Het evangelie kan genezend werken als we
het onbevooroordeeld proberen te lezen, dit wil zeggen de bril
afzetten of grondig poetsen waardoor we ons al lang bekende
teksten bekijken. Als we de eerste zin van een fragment of van een
parabel horen voorlezen, luisteren we niet langer: we kennen het
vervolg, menen we. We horen eigenlijk niet meer de echte
boodschap: de oproep tot bekering, de aansporing om anders te gaan
denken en dus ook te gaan leven.
Het licht van het geloof kan ons
'helderziend' maken. Dan krijgen we dingen in de gaten die we
altijd over het hoofd hebben gezien.
Maar vooral ook mede-gelovigen kunnen ons
helpen. Uit de kerkelijke en kloosterlijke traditie kennen we de
praktijk van de 'broederlijke vermaning': je broeder of zuster in
het geloof wijzen op zijn of haar verkeerde oordelen en
gedragingen waarvan hij of zij zich niet of nauwelijks bewust is.
En natuurlijk: jezelf onder het kritisch oordeel van je broeder of
zuster in het geloof plaatsen.
Maar om dit soort heilzame broederlijke
vermaning in praktijk te brengen is eerst en vooral nodig dat
genezen raken van het individualisme dat tegenwoordig hoogtij
viert.
We zouden al een eind op weg zijn als we
onze woordenschat (en onze gedragingen) zuiveren van de slogan
'Ieder voor zich en God voor ons allen.'
B.J. De Clercq