Preek van de week
Liturgische kalender
  Prekenlijst Uw commentaar

   forum    webmeester

Je vijanden liefhebben
7de zondag

 

 

"Maar tegen jullie die luisteren, zeg ik; heb je vijanden lief, wees goed voor wie je haten,
zegen wie je vervloeken en bid voor wie je smaden.
Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is." (Lucas, 6:27-38)


Kan dat, je vijanden liefhebben? Als dieven langskomen, moet je dan maar laten gebeuren? Iemand geeft je een klap in het gezicht; moet je hem er dan op attenderen dat je ook nog een tweede wang hebt?
Als volgeling van Jezus zijn dàt van ons vraagt,  ben je snel geneigd deze evangeliebladzijde gerriteerd om te draaien. Want als we Jezus op zijn woord zouden nemen, zou het er nogal raar aan toe gaan in onze samenleving.

Doe maar, zegt Jezus, draai die bladzijde maar om. Je hebt gelijk als je vindt dat die woorden niet om aan te horen zijn. Die woorden zijn trouwens niet voor jou bestemd... tenzij - en Jezus geeft dat heel nadrukkelijk aan in de inleiding van zijn toespraak (v. 27) - tenzij je behoort tot het selecte publiek dat echt naar mij wil luisteren. En echt luisteren, doe je met de oren van het hart.

We moeten hem dus toch op zijn woord nemen. Meer nog. Daaraan kun je zien, zegt Jezus, of iemand mijn volgeling is of niet. 'Van zijn vrienden houden' kan jan en alleman; 'van zijn vijanden houden' is het christelijk verschil.. Kom je daar niet aan toe, dan ben je misschien wel een sympatisant maar geen echt lid van de Jezus-club. Krasse taal die we hier in de maag gesplitst krijgen!

Ach, je moet daar niet al te moeilijk over doen, zeggen sommigen. Als je van iemand houdt, is hij je vijand niet, of niet meer. Jezus bedoelt dat je ervoor moet zorgen dat je geen vijanden hebt...

Dat klinkt mooi, maar dat staat er niet. Het is trouwens ook niet reëel. Wel of geen vijanden hebben, dat heb je niet altijd in de hand. Ook Jezus had vijanden. Het hele evangelie door leggen ze Hem het vuur aan de schenen, en op het einde slaan ze Hem aan het kruis. Trouwens, Jezus waarschuwt zijn leerlingen herhaaldelijk dat kiezen voor het evangelie vijandschap oproept. Wie echt wil leven in het spoor van Jezus kan in een genadeloze wereld niet rekenen op algemene sympathie.

'Vijand' klinkt zwaar. Het doet denken aan snoodaards die je een mes tussen de ribben willen duwen zodra ze hun kans schoon zien. Zo dik lopen die niet - hoop je dan maar. Maar als je dat woord niet zo zwaar inkleurt, dan zijn daar ook de pretbedervers mee bedoeld, zij die ons op welke manier ook beletten om van het leven te genieten; mensen die je als een blok aan het been hangen, die altijd het onderste uit de kan willen - je voelt je door hen gebruikt en misbruikt. Zo vaak worden we ontgoocheld in onze grote en kleine verwachtingen. Door onze kinderen, door onze ouders, onze partner, vrienden. En dan zijn er ook nog de concurrenten, zij die een bedreiging vormen voor ons bezit, onze welvaart of onze verworven positie. Lucas heeft het ook over de dagelijkse realiteit van pijnlijke relaties die ons frustreren en ons op de zenuwen werken.

En wat geldt voor onze persoonlijke relaties, geldt ook voor verhoudingen tussen groepen, gemeenschappen en volkeren. Denk aan de spanningen in het Midden-Oosten of, dichter bij huis, het eeuwige communautaire gekrakeel, de vreemdelingenproblematiek, het geruzie over betere arbeidsvoorwaarden of de amnestiediscussie vijftig jaar na datum, en ga zo maar door.

'Bemin ze maar, al die grote en kleine vijandjes', zegt Jezus.

Hij bedoelt natuurlijk niet dat we al die pretbedervers nu plots maar sympathiek moeten gaan vinden. Gevoelens van sympathie of antipathie hebben we niet in onze greep. Het woord 'beminnen' in de bijbel is geen sentimentele aangelegenheid maar een kwestie van willen, een levensinstelling, en dat heb je wèl in de hand. De bijbelse definitie van 'liefde' is niet 'elkaar om de hals vliegen' maar 'het leven van de andere willen', 'je inzetten voor de leefbaarheid van andermans leven', 'hem respecteren'. Vijanden pakken het meestal anders aan: elkaar kapot maken, elkaar de duivel aandoen, mikken naar de zwakke plek van de ander en proberen - uit boosheid of uit irritatie - net iets harder terug te slaan dan de klap die je kreeg. Wat vijanden elkaar aandoen, escaleert voortdurend.

Je vijand beminnen is: die spiraal van geweld doorbreken, voorkomen dat slechte relaties van kwaad naar erger evolueren, is tegenover de macht van de vijand de macht van de machteloze plaatsen. Wat dat laatste betekent, leert ons de dierenwereld. Als twee wolven vechten op leven en dood om de heerschappij over de kudde,  zal het dier dat een einde wil maken aan het gevecht, de ander zijn keel, zijn zwakste plek, aanbieden. In plaats van hard tegen hard, wordt het dan zacht tegen hard, en daar kan hard niet tegen op. In plaats van zijn tanden in de keel te zetten en zo zijn concurrent te doden, zal de sterkste het gevecht staken. Wie zich weerloos opstelt, zet de aanvaller voor schut. Dat is de macht van de machteloze die een einde kan maken aan het gevecht. Zo gaat het bij de wolven. Van zijn volgelingen vraagt Jezus dat ze even humaan zouden zijn als wolven onder elkaar: bied je keel aan aan de aanvaller, bied hem je andere wang aan, verzet je niet als hij, na je bovenkleed, ook nog je onderkleed wil inpikken.

Dat is niet alleen wolvenwijsheid, dat was ook de wijsheid van bijvoorbeeld Mahatma Gandhi. Dat is ook christelijke wijsheid: Roep het geweld een halt toe door te kiezen voor geweldloosheid. Zo doorbreek je de spiraal van geweld. Zo creëer je ruimte waarin vijanden elkaar als verstandige mensen in de ogen kunnen zien. Zo schep je rust, de broodnodige voorwaarde om conflicten uit te praten.

Je vijand beminnen is kiezen voor het leven in plaats van voor de dood. Niet 'jij òf ik' maar kiezen voor 'wij'. Ik wil leven, uiteraard. Maar ook jij wil leven, ook uiteraard. Ik streef welzijn en geluk na... maar dat wil jij ook. "Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen, moet gij ook hen behandelen", zegt Jezus. Niet achterbaks elkaar een hak zetten, maar rond de tafel gaan zitten en samen zoeken hoe wij beiden kunnen leven en genieten van vrede en geluk.

Als je mijn volgeling wil zijn, zegt Jezus, neem daartoe dan het initiatief. Dat vergt moed, zeker als die ander voor geen haar te vertrouwen is (maar dat denkt die ander wellicht ook van mij...). Als je dat risico aandurft, voegt Hij eraan toe, dan "ben je kind van de Allerhoogste die immers goed is ook voor ondankbaren en slechten". 'Bemin je vijanden' is niets anders dan, op kleine mensenschaal, doen wat God doet op grote schaal. "Dan zal je loon groot zijn" staat er, want "de maat die jij gebruikt, zal men ook voor jou gebruiken".

Marc Christiaens o.p. (Schilde)