Kan
dat, je vijanden liefhebben? Als
dieven langskomen, moet je dan maar laten gebeuren? Iemand geeft je
een klap in het gezicht; moet je hem er dan op attenderen dat je ook
nog een tweede wang hebt?
Als volgeling van Jezus zijn dàt van ons vraagt, ben je snel
geneigd deze evangeliebladzijde gerriteerd om te draaien. Want als we
Jezus op zijn woord zouden nemen, zou het er nogal raar aan toe gaan
in onze samenleving.
Doe maar, zegt
Jezus, draai die bladzijde maar om. Je hebt gelijk als je vindt dat
die woorden niet om aan te horen zijn. Die woorden zijn trouwens
niet voor jou bestemd... tenzij - en Jezus geeft dat heel
nadrukkelijk aan in de inleiding van zijn toespraak (v. 27) - tenzij
je behoort tot het selecte publiek dat echt naar mij wil
luisteren. En echt luisteren, doe je met de oren van het
hart.
We moeten hem dus
toch op zijn woord nemen. Meer nog. Daaraan kun je zien, zegt Jezus,
of iemand mijn volgeling is of niet. 'Van zijn vrienden houden' kan
jan en alleman; 'van zijn vijanden houden' is het christelijk
verschil.. Kom je daar niet aan toe, dan ben je misschien wel een
sympatisant maar geen echt lid van de Jezus-club. Krasse taal die we
hier in de maag gesplitst krijgen!
Ach, je moet daar
niet al te moeilijk over doen, zeggen sommigen. Als je van iemand
houdt, is hij je vijand niet, of niet meer. Jezus bedoelt dat je
ervoor moet zorgen dat je geen vijanden hebt...
Dat klinkt mooi,
maar dat staat er niet. Het is trouwens ook niet reëel. Wel of geen
vijanden hebben, dat heb je niet altijd in de hand. Ook Jezus had
vijanden. Het hele evangelie door leggen ze Hem het vuur aan de
schenen, en op het einde slaan ze Hem aan het kruis. Trouwens, Jezus
waarschuwt zijn leerlingen herhaaldelijk dat kiezen voor het evangelie
vijandschap oproept. Wie echt wil leven in het spoor van Jezus kan in
een genadeloze wereld niet rekenen op algemene sympathie.
'Vijand'
klinkt zwaar. Het doet denken aan snoodaards die je een mes tussen de
ribben willen duwen zodra ze hun kans schoon zien. Zo dik lopen die
niet - hoop je dan maar. Maar als je dat woord niet zo zwaar inkleurt,
dan zijn daar ook de pretbedervers mee bedoeld, zij die ons op welke
manier ook beletten om van het leven te genieten; mensen die je als
een blok aan het been hangen, die altijd het onderste uit de kan
willen - je voelt je door hen gebruikt en misbruikt. Zo vaak worden we
ontgoocheld in onze grote en kleine verwachtingen. Door onze kinderen,
door onze ouders, onze partner, vrienden. En dan zijn er ook nog de
concurrenten, zij die een bedreiging vormen voor ons bezit, onze
welvaart of onze verworven positie. Lucas heeft het ook over de
dagelijkse realiteit van pijnlijke relaties die ons frustreren en ons
op de zenuwen werken.
En wat geldt voor
onze persoonlijke relaties, geldt ook voor verhoudingen tussen
groepen, gemeenschappen en volkeren. Denk aan de spanningen in het
Midden-Oosten of, dichter bij huis, het eeuwige communautaire
gekrakeel, de vreemdelingenproblematiek, het geruzie over betere
arbeidsvoorwaarden of de amnestiediscussie vijftig jaar na datum, en
ga zo maar door.
'Bemin ze maar, al
die grote en kleine vijandjes', zegt Jezus.
Hij bedoelt
natuurlijk niet dat we al die pretbedervers nu plots maar sympathiek
moeten gaan vinden. Gevoelens van sympathie of antipathie hebben we
niet in onze greep. Het woord 'beminnen' in de bijbel is geen
sentimentele aangelegenheid maar een kwestie van willen, een levensinstelling,
en dat heb je wèl in de hand. De bijbelse definitie van 'liefde' is
niet 'elkaar om de hals vliegen' maar 'het leven van de andere
willen', 'je inzetten voor de leefbaarheid van andermans leven', 'hem
respecteren'. Vijanden pakken het meestal anders aan: elkaar kapot
maken, elkaar de duivel aandoen, mikken naar de zwakke plek van de
ander en proberen - uit boosheid of uit irritatie - net iets harder
terug te slaan dan de klap die je kreeg. Wat vijanden elkaar aandoen,
escaleert voortdurend.
Je vijand beminnen
is: die spiraal van geweld doorbreken, voorkomen dat slechte relaties
van kwaad naar erger evolueren, is tegenover de macht van de vijand de
macht van de machteloze plaatsen. Wat dat laatste betekent, leert ons
de dierenwereld. Als twee wolven vechten op leven en dood om de
heerschappij over de kudde, zal het dier dat een einde wil maken
aan het gevecht, de ander zijn keel, zijn zwakste plek, aanbieden. In
plaats van hard tegen hard, wordt het dan zacht tegen hard, en daar
kan hard niet tegen op. In plaats van zijn tanden in de keel te zetten
en zo zijn concurrent te doden, zal de sterkste het gevecht staken.
Wie zich weerloos opstelt, zet de aanvaller voor schut. Dat is de
macht van de machteloze die een einde kan maken aan het gevecht. Zo
gaat het bij de wolven. Van zijn volgelingen vraagt Jezus dat ze even
humaan zouden zijn als wolven onder elkaar: bied je keel aan aan de
aanvaller, bied hem je andere wang aan, verzet je niet als hij, na je
bovenkleed, ook nog je onderkleed wil inpikken.
Dat is niet alleen
wolvenwijsheid, dat was ook de wijsheid van bijvoorbeeld Mahatma
Gandhi. Dat is ook christelijke wijsheid: Roep het geweld een halt toe
door te kiezen voor geweldloosheid. Zo doorbreek je de spiraal van
geweld. Zo creëer je ruimte waarin vijanden elkaar als verstandige
mensen in de ogen kunnen zien. Zo schep je rust, de broodnodige
voorwaarde om conflicten uit te praten.
Je vijand beminnen
is kiezen voor het leven in plaats van voor de dood. Niet 'jij òf ik'
maar kiezen voor 'wij'. Ik wil leven, uiteraard. Maar ook jij wil
leven, ook uiteraard. Ik streef welzijn en geluk na... maar dat wil
jij ook. "Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen, moet gij ook
hen behandelen", zegt Jezus. Niet achterbaks elkaar een hak
zetten, maar rond de tafel gaan zitten en samen zoeken hoe wij
beiden kunnen leven en genieten van vrede en geluk.
Als je mijn
volgeling wil zijn, zegt Jezus, neem daartoe dan het initiatief. Dat
vergt moed, zeker als die ander voor geen haar te vertrouwen is (maar
dat denkt die ander wellicht ook van mij...). Als je dat risico
aandurft, voegt Hij eraan toe, dan "ben je kind van de
Allerhoogste die immers goed is ook voor ondankbaren en
slechten". 'Bemin je vijanden' is niets anders dan, op kleine
mensenschaal, doen wat God doet op grote schaal. "Dan zal je loon
groot zijn" staat er, want "de maat die jij gebruikt, zal
men ook voor jou gebruiken".
Marc Christiaens
o.p.
(Schilde)