Het
verhaal van het bezoek van wijzen uit het Oosten aan het kind Jezus is door
vele eeuwen heen voortverteld. Het is een eigen leven gaan leiden. De wijzen
zijn koningen geworden, het werden er drie en ze hebben elk een naam gekregen.
Ze zijn duizenden keren afgebeeld en nog altijd worden ze vandaag uitgebeeld
in sterstoeten en Driekoningenstoeten.
Mattheüs heeft in zijn tijd al het verhaal horen
vertellen. Is het echt gebeurd? We zullen het nooit weten. Het heeft ook geen
belang. Ook als er geen historische feiten aan beantwoorden, doet dit nergens
iets af aan de betekenis van het verhaal. We zullen het blijven vieren, dit
feest van de 'Openbaring des Heren', want zo moeten we het eigenlijk noemen.
Oosterse christenen hebben het al gevierd nog voor ze Kerstmis begonnen te
vieren.
Mattheüs heeft het verhaal naar zijn hand gezet om zijn
lezers twee dingen in te prenten. Ten eerste, God heeft zich in Jezus niet
alleen aan de Joden kenbaar gemaakt, maar aan alle volkeren en culturen van de
hele wereld. Ten tweede, van meet af aan is de openbaring van God in
menselijkheid door de machthebbers van deze wereld tegengewerkt.
De magiërs uit het Oosten moeten zeer scherpzinnig van
geest zijn geweest. In een onooglijk dorp aan de rand van de hoofdstad van een
streek in een uithoek van de wereld, in een gewoon huis, bij mensen die bijna
niemand kende, daar hebben ze hem gevonden en herkend: God die omwille van het
heil van alle mensen onder hen is komen wonen, en nog wel als een pasgeboren
mensenkind.
Voor de Joden waren de scherpzinnige wijzen vreemdelingen
die in de bijbel 'heidenen' worden genoemd: vreemd aan Jahwe's uitverkoren
volk. Ze brachten de notabelen van het joodse volk van de wijs. Stel u voor:
heidenen die weet hebben van de koning-messias die onze profeten hebben
voorspeld, en wij weten er niets van! Herodes bezondigt zich aan een politieke
massamoord om zijn concurrent uit te schakelen. Toen is het niet gelukt. Later
is het wel gelukt. Jezus kreeg als volwassen man af te rekenen met de
moorddadige vrees van de wereldlijke en religieuze machthebbers voor zijn
koninkrijk dat 'niet van deze wereld' is. Hij is voor hun dodelijke dreiging
niet gezwicht. Het heeft hem zijn leven gekost.
Telkens
als christenen bijeenkomen om eucharistie te vieren, maken ze hun geloof
openbaar dat God omwille van het heil van alle mensen in menselijkheid onder
ons is verschenen. Telkens ook roepen ze in herinnering dat ze als gelovigen
op hun hoede moeten zijn voor de bedreiging zowel als de bekoring van de
wereldlijke machten.
We moeten niet ver om ons heen kijken om te zien hoe
machthebbers nog altijd proberen de godsdienst naar hun hand te zetten als
machtsinstrument en hoe mensen zich daar laten aan vangen. Bij ons hier
gebeurt dat niet, hoor je dikwijls zeggen. Bij ons gebeurt veeleer het
tegendeel: in onze goddeloos geworden samenleving worden de Kerk en de
katholieke godsdienst door de media en door de politieke instanties
doodgezwegen, indien al niet opzettelijk tegengewerkt.
Als dat waar is, denk ik dat we er niet te rouwig om moeten
zijn. Misschien is het beter zo dan omgekeerd: dat de Kerk en de katholieke
godsdienst op (en over) het paard worden getild.
Let wel: ik beweer niet dat gelovigen als burger niet op
hun recht moeten staan, het recht op vrije meningsuiting, dat ze zich niet
moeten verdedigen als ze onrechtvaardig worden behandeld. Doodgezwegen worden
is onrechtvaardig.
De macht van Gods koninkrijk in deze wereld is sterker dan
alle andere machten. Jezus is terechtgesteld, maar uit de dood herrezen.
Herodes is niet geslaagd in zijn opzet het kind Jezus te vermoorden. Jezus is,
zoals Mozes met het joodse volk, als bevrijder uit Egypte teruggekeerd.
B.J. De Clercq o.p.