Over de evangelielezing van de laatste zondag van dit jaar hangt
een grote somberheid. Jezus' geboorte gaat gepaard met een uitbarsting van
geweld, waarvan kinderen het slachtoffer zijn. De romantiek van Kerstmis met
herders en zingende engelen heeft plaats gemaakt voor politiek machtsvertoon,
dat zoals steeds angst en vernieling zaait.
Jozef en Maria zijn twee opgejaagde mensen, die met hun pasgeboren zoon naar
veiliger gebieden vluchten.
Nu weten we wel dat Mattheüs met dit verhaal een dieper
inzicht wou overbrengen: dat Jezus nl. in de lijn staat van de groten van
Israëls geschiedenis. Want net zoals Mozes wordt het kind Jezus gered van de
dood, en net zoals Mozes maakt hij de tocht van Egypte naar het beloofde land
en wordt hij de man van bevrijding voor Israël.
Vluchtende, opgejaagde mensen die de speelbal zijn van machthebbers. Het is
een verhaal dat tot op vandaag verder geschreven wordt: miljoenen mensen in de
wereld die op de vlucht zijn voor geweld en oorlog. Televisiebeelden schotelen
het ons voor als dagelijkse kost: een ontwrichte samenleving en ook ontwrichte
gezinnen hier en elders.
Een meisje dat enkele weken in een psychiatrisch ziekenhuis
verbleef, zegt tegen de dokter: ‘Ik heb hier geen vaste plek’. Een zin die
zij voortdurend herhaalt: ik heb hier geen vaste plek. In het gelaat van zulke
gekwetste mensen opent zich de wereld van onrecht. Er is fundamenteel onrecht
aangedaan aan iemand die geen vader of moeder heeft gehad. Het recht op een
vader en een moeder is het eerste mensenrecht. En daarom ook is het vierde
gebod: 'eert uw vader en uw moeder', zo fundamenteel. De eerste schriftlezing
van dit weekeinde is een commentaar bij dat vierde gebod; het meest
uitgebreide dat je in de bijbel kunt vinden.
Wij hebben als christenen dikwijls de loftrompet gestoken over het gezin, maar
ondertussen stellen we dagelijks vast dat het gezin verre van ideaal is, dat
het van vele kanten wordt gecontesteerd en dat een heleboel mensen niet tot
een echt gezinsleven komen.
Het is maar al te waar dat elk gezin zijn eigen verborgen
geschiedenis heeft waar de buitenwereld maar enkele flitsen van opvangt. En
het is maar best ook dat niet alles in de openbaarheid wordt gebracht. Want
iedereen ervaart dat samenleven met elkaar niet gemakkelijk is omdat elkeen
zijn eigen karakter, eigen dromen en verwachtingen heeft die soms mijlen ver
uit elkaar liggen. Meestal moet er veel water in de wijn gedaan worden. Mensen
moeten elkaar telkens opnieuw kansen geven om te herbeginnen. Zorg dragen voor
elkaar. "Bekleedt u met tedere ontferming, goedheid, deemoed, zachtheid
en geduld", lezen we in de brief aan de Kolossenzen. Het is een blijvend
opdracht.
We zijn vandaag in een cultuurklimaat terecht gekomen waarin
men de neiging heeft alle relaties en samenlevingsvormen over dezelfde kam te
scheren: huwen, samenwonen, lat-relaties, homohuwelijken of geregistreerd
partnerschap, het is voor sommige mensen allemaal gelijk. Het is enkel een
kwestie van een keuze die je maakt.
Je legt de lat niet te hoog als je zegt dat het in al die relaties
uiteindelijk om de liefde gaat en dat dit het belangrijkste is; maar je legt
ze te laag als je alle relatievormen gelijkschakelt. O.K., elke keuze die een
mens maakt moet je respecteren, maar je kunt niet zeggen dat alle keuzes
gelijk zijn. Juist die gelijkmakingstendens van: ’t is allemaal hetzelfde’
,maakt dat het gezin vandaag alleen nog in naam de hoeksteen van de
samenleving is.
En dat is een bedenkelijke evolutie, want sociaal-maatschappelijk gezien al is
het belangrijk de waarde en de noodzaak van het huwelijk en het gezin voor het
menselijk samenleven te blijven beklemtonen. Daarenboven heeft voor gelovige
mensen het huwelijk ook een mystieke en sacramentele dimensie .
Een gezins- of samenlevingsideaal nastreven gaat gepaard met vallen en
opstaan. Spijts alles wat een mens kan meemaken, en welke littekens mensen ook
dragen, in elkeen blijft een bekommernis leven voor elkaar .
Marcel Weemaes drukte dit treffend uit:
Indien ik je dragen kon
over de diepe grachten
van je gesukkel en je angsten heen,
dan droeg ik je,
uren en dagen lang.
Indien ik de woorden kende
om antwoord te geven op je duizend vragen
over leven, over jezelf,
over liefhebben en gelukkig worden,
dan praatte ik met je,
uren en dagen lang.
Indien ik vrede in je hart kon planten
door geduldig te wachten en te hopen
tot het zaad van vrede in je openbrak,
dan wachtte ik,
uren en dagen lang.
Indien ik genezen kon wat omgaat in je hart
aan onmacht,ontevredenheid
en onverwerkt verdriet,
dan bleef ik naast je staan,
uren en dagen lang.
Maar ik ben niet groter,
niet sterker dan jij
en ik weet niet alles
en ik kan niet zoveel,
ik ben maar een vriend op je weg
al uren en dagen lang.
Gerard Braet o.p.