Preek van de week
|
|||
Liturgische kalender | |||
Prekenlijst | Uw commentaar |
Als een licht voor ons uit |
25 december - kerstnacht |
"Terwijl
ze daar waren kwam voor haar de tijd dat ze moest bevallen, Ik weet niet waar en wanneer het gebeurde, maar het feit
heeft me aangegrepen. Tijdens een protestmars voor landhervorming werd een man
opgenomen en opgesloten in de gevangenis. Zijn vrouw was te weten gekomen in
welke cel hij precies zat opgesloten. En elke avond stak ze een kaars aan en
ging zo staan dat haar man vanuit zijn cel het lichtje kon zien. Het was zijn
enige houvast in die donkere tijd. Het verhaal inspireerde me voor het thema
van deze kerstnacht: als een licht voor ons uit. Waar bleef die vrouw de kracht en liefde putten om daar
dagelijks te staan? En hoe is het mogelijk dat dit kleine, symbolische
lichtpunt dat voor het overige geen enkele concrete hulp bood in een omhullend
nacht de man kon overeind houden? En een laatste détail: voor een
buitenstaander gebeurde er nauwelijks iets – een verwaaide vrouw die een
kaars vasthoudt. Maar hadden de bewakers de betekenis van het gebaar begrepen
dan zouden ze zeker maatregelen hebben genomen. Omwille van dat alles werd dit
verhaal voor mij een soort parabel om over kerstmis te spreken. Altijd reeds stond en staat God daar als een licht in de
nacht. De geboorte van Jezus is één van die belangrijke momenten van licht.
Niet het enige, want Jezus stond in een stroom van grote joodse figuren door
wie God heeft gesproken. En dat geloof van Israël was weer ingebed in andere,
semitische tradities, die op hun beurt verweven zijn met heel die menselijke
godsdienstgeschiedenis. In de geboorte van die ene mens is heel deze zoektocht
aanwezig naar die ene God die altijd reeds zijn licht aanbiedt. Wel geloven we
dat hier op een unieke en alles overstijgende manier God zijn licht aanbood. En wanneer mensen gevangen zitten, als de nacht van wanhoop
en verlatenheid zich van hen meester maakt, gaat God zo staan, net als die
vrouw, opdat men op een uitzonderlijke manier dat licht zou zien. Mijn woorden
zijn uiteraard beeldspraak, beïnvloed door mijn verhaal. Ik bedoel dit:
mensen die wanhopig zijn, vermorzeld door extreem lijden, verkeren in een
situatie om iets van dat Licht te ervaren dat aan gewone mensen ontsnapt.
(Misschien zou daarom in een nacht als deze vooral aan hen het woord moeten
gegeven worden.) Want Gods betrokkenheid op ons leven is zo intens dat ze ons
meestal ontsnapt. Alle dagelijkse voortstellingen over relaties verduisteren
voor deze betrokkenheid. Alleen de zwerver, de ontheemde, de ontwrichte kan
voorbij die voorstellingen komen en iets ondervinden dat meer is dan louter
weten. Dat heeft God op een onvoorstelbare manier in Jezus getoond: in zijn
woorden, zijn nabijheid bij mensen, in zijn verlatenheid in het lijden werd
telkens aan ons een venster getoond naar de onnoembare en onuitsprekelijke
God. Net als in het verhaal van de gevangene ontgaat een buitenstaander
de kracht en troost die daarvan uitgaat. ‘Ga, Lieflijk Licht, in deze
donkere nacht, ga gij mij voor’ schreef Newman in zijn eenzaamheid. Deze betrokkenheid van God is zo radicaal en anders dat ze
noodzakelijk een bedreiging vormt voor alle menselijke, georganiseerde
zekerheid. Herodes is nooit ver weg. De God van wie Jezus getuigt is een
bedreiging voor de staat en zijn organisatie van geluk. Hij is een bedreiging
voor een kerkelijke leer en structuur die Hem voor zich opeist. Hij is een
bedreiging voor het zekere weten en zelfgemaakte geluk van de individuele
mens. Aan deze betrokkenheid geven we soms namen zoals: eindeloze
caritas, strijd om gerechtigheid, nieuwe vrede. Maar eigenlijk is ze veel meer.
Ze is eerder dat onnoembare gebeuren zoals wanneer een vrouw een lichtje
aansteekt voor haar gevangen man. In deze nacht worden we door een verhaal betrokken in dat
gebeuren. Het is een mythisch-poëtische vertelling van een geboorte, maar dan
zo verteld dat we zelf medespeler worden: als aankondiger van groot nieuws,
als paria-schapenhoeder, als gepassioneerde zwervende wijze of als een zich
bedreigd voelende bezitter. Of misschien maakt het verhaal ons als die moeder
die een kind baart. Anders dan het gewoonlijk gebeurt - als namelijk doorheen
onze schamelheid en armoede een goddelijke vonk oplicht en we dat Licht
behoedzaam aan elkaar mogen doorgeven. ‘Alles wat waar is, kan zachtjes
zijn.’ Marcel Braekers o.p. |
|||