Preek van de week



Preek  van de week
  Kalender

Een religieuze reus
(Feest Johannes de Doper, 24 juni - Lc. 1:57-69/80)

"Bovendien, ook Elisabet, uw verwante, is op haar oude dag zwanger van een zoon. Ze gold als onvruchtbaar, maar ze is al in haar zesde maand." (Lucas, 1:36)


Uit deze woorden van de engel tot Maria zou men kunnen afleiden dat Johannes ongeveer zes maanden ouder was dan Jezus. Zes maanden vóór de nacht van 24/25 december, dat brengt ons bij 24 juni. Op deze datum viert de Kerk het geboortefeest van Johannes de Doper.
Voor de meesten van ons is De Doper een beetje een randfiguur. Maar in het verleden lag dat duidelijk anders. Aan die traditie houdt de kerkelijke liturgie vast, zo sterk zelfs, dat, wanneer zoals dit jaar 24 juni op een zondag valt, de lijn van het kerkelijk jaar onderbroken wordt om de figuur van Johannes de Doper in de schijnwerpers te plaatsen.
Die belangstelling voor Johannes heeft haar wortels in de Schrift. Jezus zegt op een bepaald ogenblik dat, van alle mensen die uit een vrouw geboren zijn, niemand groter is dan Johannes (Mt. 11:11; Lc. 7:28). Door dat woord liet Lucas zich inspireren bij het schrijven van de eerste hoofdstukken van zijn evangelieverhaal, het bekende kindheidsevangelie.

Dat kindheidsevangelie bestaat uit zeven taferelen. Het eerste is de aankondiging van de geboorte van Johannes aan Zacharias. Die lacht de engel uit want zijn vrouw, die nooit kinderen heeft kunnen krijgen, is daarvoor intussen veel te oud. Voor zijn ongeloof wordt Zacharias met stomheid geslagen.
Dan volgt de aankondiging van de geboorte van Jezus door de engel Gabriël aan Maria.
Het derde tafereel beschrijft de ontmoeting tussen beide aanstaande moeders en tussen de beide Godskinderen, want Lucas laat Johannes reeds in de moederschoot opspringen van vreugde toen hij Jezus ontmoette.
Het vierde en vijfde tafereel vormen een tweeluik: de geboorte van Johannes en de geboorte van Jezus.
Daarna volgen nog twee verhalen over het kind Jezus: de opdracht in de tempel en de twaalfjarige temidden van de rabbijnen in de tempel.

Het evangelie dat dit weekeinde wordt gelezen  is het vierde van die zeven taferelen: het verhaal van de geboorte van Johannes.

De hoofdaandacht gaat daarin naar de naamgeving van het kind. Familieleden en buren dringen aan dat de eerstgeboren zoon, naar klassiek Joods gebruik, genoemd wordt naar zijn vader: Zacharias jr. Maar Elisabet en haar stemloze echtgenoot houden het been stijf: hij zal Johannes heten. Die naam was voor hen zo belangrijk omdat die - zoals heel vaak het geval is met Bijbelse namen - een boodschap bevat. Johannes is hebreeuws en betekent letterlijk: Jahweh is genadig, God is barmhartig.

God is barmhartig omdat hij een oude levensdroom van Elisabet in vervulling deed gaan door haar op haar oude dag alsnog een zoon te schenken.
Maar de boodschap over Gods barmhartigheid heeft nog een diepere, profetische betekenis. Als blijkt dat Zacharias zijn stem terugkrijgt zodra vaststaat dat het kind Johannes zal heten, begrijpen ook de omstanders dat er iets bijzonders aan de hand is, dat die naam aankondigt dat dit kind een begenadigd kind is, dat het zal uitgroeien tot instrument van Gods genadigheid. En, gaat de tekst verder: "Ieder dacht er over na en vroeg zich af 'wat zal er worden van dit kind?', want blijkbaar rust de hand van de Heer op dit kind."

Het zal duidelijk zijn dat onze evangelist hier geen historisch relaas schetst maar dat hij het geheel gecomponeerd heeft met een duidelijke bedoeling.
Lucas wil beklemtonen dat Johannes een religieuze reus is, iemand die, religieus gezien, boven het gewoon menselijke uitstijgt. Zo iemand kan niet 'zomaar' uit mensen voortkomen: het kan niet anders dan dat Johannes door God zelf tot Godsman bestemd werd, dat hij van het begin af aan een godskind was.

Om zijn lezers dat buiten-het-gewone duidelijk te maken construeert Lucas een geboorteverhaal met buiten-gewone trekjes:
- Hij laat Johannes geboren worden uit een onvruchtbare vrouw; - de ongelovige Zacharias wordt met stomheid geslagen tot hij bereid is zijn vaderrol werkelijk op te nemen;
- Hij laat de geboorte aankondigen door een engel, die het kind van Godswege een naam geeft. Via die naam laat God weten dat Hij Johannes nodig heeft om zijn barmhartigheid aan zijn volk zichtbaar te maken.

Toch is er nog iets vreemds aan de hand. Uit wat we later vernemen blijkt dat wat Johannes verkondigde lang niet zo menslievend en barmhartig klonk. Hij komt over als een man die bezeten is van het komende oordeel, een vernietigend oordeel voor al wat kwaad is. Wat niet deugt zal met tak en wortel worden uitgeroeid. "De bijl ligt al aan de wortel van de boom" riep hij (Lc 3,9) God zal brandhout maken van de onrechtvaardigen, de oneerlijken en van hen die geen solidariteit betonen met hun medemensen. De enige kans om dat oordeel goed te doorstaan is bekering, gesymboliseerd door de doop in de Jordaan.

Met zijn harde en strenge taal schaart Johannes zich in de rij van oud-testamentische profeten. Maar tegelijk is hij de overgangsfiguur. Want hij kondigt aan dat na hem, iemand komt tegenover wie hij zich niet waardig voelt de riem van zijn sandalen los te maken (Lc. 3,16). Zijn prediking bracht ook Jezus tot bekering, tot de doop in de Jordaan. Door die gebeurtenis werd Jezus zich bewust van zijn zending. Hij predikte geen hel en verdoemenis, maar zegt: "De nieuwe tijd is aangebroken. Het Koninkrijk Gods is midden onder u. De toekomst van het Rijk Gods wordt onder de mensen zichtbaar: lammen lopen, doven horen, blinden zien en doden leven."

Johannes zelf verschijnt dus niet als toonbeeld van Gods barmhartigheid, maar hij heeft er in hoge mate toe bijgedragen dat Gods menslievendheid in Jezus zichtbaar kon worden. Hoe belangrijk ook, Johannes blijft ondergeschikt aan de Jezusfiguur.

Ook dat vinden we reeds terug in het kindheidsevangelie: Lucas plaatst de menswording van Jezus en die van Johannes tegenover elkaar en daaruit blijkt duidelijk - ook al wordt het niet met zoveel woorden gezegd - èn de belangrijkheid van de Doper èn dat de Doper de mindere is van de Jezus. Denk maar aan het feit dat er twee taferelen meer gewijd zijn aan Jezus; aan de manier waarop Johannes in de moederschoot Jezus begroette. Ook de houding van Elisabet tegenover Maria laat diezelfde ongelijke verhouding zien: de oude wijze vrouw feliciteert haar jonge nichtje, want die zal het kind baren dat aan de heilsgeschiedenis een nieuwe wending zal geven.


Johannes was de man, die het terrein moest voorbereiden; daardoor kon in Jezus Gods mededogen met de mensen zichtbaar worden.
Aan ons de taak om die menslievendheid Gods handen en voeten te geven, iedere dag opnieuw.

Marc Christiaens o.p. (Schilde)

     top    lijst