Preek van de week
Liturgische kalender
  Prekenlijst Uw commentaar

   forum    webmeester

Een teken ons gegeven
23 december - 4de adventszondag (Jesaja, 7:10-14. Mattheüs, 1: 18-24)

 

 "De Heer geeft u ook ongevraagd een teken. Zie, de jonge vrouw zal ontvangen
en een zoon baren." (Jesaja, 7:14)
"Wat bij haar tot leven is gewekt, is van de heilige geest.
Ze zal een zoon krijgen en u moet hem de naam Jezus geven,
want hij is degene die zijn volk zal redden uit hun zondig leven." (Mattheüs, 1:20v.)


"Ik vraag niet om een teken; ik wil de Heer niet op de proef stellen." Die weigering van koning Achaz klinkt wel nobel en eerbiedig, maar toch is dat respect voor God dubbelzinnig. Door God niet op de proef te stellen, voorkomt Achaz meteen dat hij zelf door God op de proef gesteld zou worden. Als er geen tussenkomst is van Godswege, kan koning Achaz zelf regeren zoals hij het wil, autonoom. Als we God het zwijgen opleggen en hem niet binnenlaten in ons leven, kan die God van ons ook geen onprettige dingen vragen. Dan kan God ons niet meer lastig vallen en kunnen wij lekker onze eigen zin doen. Niets vragen aan God heeft zo zijn voordelen, dan lopen we ook de kans niet dat hij ons roept, beproeft, opeist. Als we God buiten spel zetten, hoeven we ons niet te bekeren en moeten we zijn wil niet volgen. Soms hebben we er alle reden toe om God een beetje op afstand te houden. Wat zou er gebeuren als wij God in ons leven binnenlieten? Achaz houdt God op een veilige afstand en maakt daardoor Gods werk onmogelijk.

Maar zo eenvoudig gaat dat niet, God kan je niet tegenhouden. "Daarom geeft de Heer ongevraagd een teken." God laat zich het zwijgen niet opleggen. Waar mensen een deur sluiten, daar doet God een raam of een achterdeurtje open. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. "Zie de jonge vrouw zal een zoon baren." God begint een nieuwe toekomst, waar er geen toekomst meer leek te zijn. Waar de situatie uitzichtloos leek te zijn, maakt God een nieuw begin, een nieuwe schepping.

De verhalen in de bijbel getuigen steeds weer van het feit dat God een nieuw begin maakt met zijn mensen. Uit de chaos waarin geen leven mogelijk is, schept God een nieuwe aarde. De hoogbejaarde Abraham en Sara krijgen toch een zoon Isaak. Mozes heeft geen levenskans, maar wordt met een mandje uit het water gehaald. God redt Mozes en zijn volk uit Egypte doorheen het water naar het Beloofde Land. Het doodswater wordt doopwater. De onvruchtbare Hanna wordt de moeder van Samuël, een ternauwernood geborene, een geroepene, geschapen tegen de gang van de natuur in. Elisabeth en Zacharias, hoogbejaard en onvruchtbaar, schenken het leven aan Johannes de Doper. De bijbel spreekt over een rij van wonderlijk geboren kinderen, maagdelijk geboren, geroepen om Gods wil te volbrengen, om teken te zijn van een nieuw begin.

Dat is mijn interpretatie van schepping uit het niets en van maagdelijke geboorte. Daar waar mensenwerk faalt, begint Gods werk. Daar waar de menselijke potentie faalt, redt ons de goddelijke creatie. Geen zaak van viriliteit, maar van virginiteit. Een maagd zal zwanger worden. Geen afgedwongen teken door menselijke macht, maar een ontvangen teken, een geschenk van Godswege. Het is niet naar de gang van de natuur, maar een nieuwe schepping uit genade. Het is ja zeggen op Gods wil, het is God toelaten in je leven en beschikbaar zijn voor hem. Het is zoals met vasten: dat is een onthouding, maar om iets anders beter vast te houden. Vasten, vasthoudend zijn, met volle inzet en aandacht. Zo is het ook met maagdelijkheid, het is niet negatief, het betekent beschikbaar zijn voor God. De gelofte van maagdelijkheid moeten we niet in de eerste plaats zien als een offer, maar als een volledige toewijding en beschikbaarheid.

Jozef is een rechtschapen man en Maria is een dienstmeisje van de Heer, zij houden de deur open voor God, maar dat is een risico want het verandert hun leven. Jozef en Maria gaan een andere weg op dan zijzelf gewenst hadden. Hier wordt geen kind geboren uit de wil van een man, niet op de wijze van de kinderen van Eva, maar uit de Heilige Geest. Jozef en Maria zullen wel gedroomd hebben van een normaal huwelijk en eigen kinderen, maar zij aanvaarden Gods werk. Ze doen niet als koning Achaz die God buiten spel zet, Jozef en Maria geven ruimte aan God, maar dat zal hen ook zwaar beproeven!

Maria en Jozef staan hier als voorbeeld voor alle mensen die met God in aanraking komen. In het begin is er weinig vreugde te smaken, er is verwondering en angst. Het is allemaal te nieuw, te onverwacht wat God ons schenken wil. Toch vertrouwen Jozef en Maria erop dat God alles ten goede zou keren.

God wil binnentreden in de wereld van de mensen, maar dan vraagt hij ook hun volle medewerking. Zo is God vroeger bij zijn volk gekomen, zo wil hij ook nu in ons leven binnenkomen: met de hulp en de volle medewerking van ons die hem wel de ruimte laten om tekenen te geven, die proberen om zijn wil te verstaan en bereid zijn de offers te brengen die hij vraagt.
God is met zijn schepping begaan, maar wij hebben de vrijheid hem al of niet toe te laten in ons leven. De mens staat niet alleen, God wil ons nabij zijn, God wil geschiedenis maken met zijn mensen, maar dan moeten wij hem binnenlaten in ons leven en meebouwen aan zijn Rijk van vrede.

In de bijbel zijn namen altijd van grote betekenis, ze duiden een opdracht aan, een levensprogramma, de naam zegt wie je bent. Zo is het ook met de namen die wij aan God geven. Zijn naam is vooreerst Jahwe en dat betekent: Hij die er was voor zijn volk, hij die er is voor ons, hij die er zal zijn, ook morgen en telkens opnieuw, en hij die doet zijn, die schept waar wij falen. Er is Iemand voor ons mensen, wij staan niet alleen, er is een God die ons wil redden uit onze zonden. Dat is de betekenis van Jezus: Jahwe redt.

"En men zal Hem de naam Immanuël geven. Dat is in vertaling : God-met-ons." Inderdaad, God wil mensen altijd weer nabij zijn. Waar alles uitzichtloos en zonder toekomst lijkt, maakt hij een nieuw begin. God sluit zijn oren niet voor het geschrei in deze wereld, hij hoort de ellende van zijn volk. Jezus keurt de wereld niet af, hij wil de wereld nabij zijn en een nieuw leven geven. Daarom gaat hij aan tafel met zondaars en tollenaars en is hij blijde boodschap voor zieke en uitgestoten mensen. Gods liefde is in Jezus vlees geworden, hij deelt in ons menszijn en laat ons daardoor delen in zijn goddelijk leven. Jezus is mens en wereld nabij. Hij is God met ons.

We hoeven dan ook geen angst te hebben. Net zoals tegen Jozef zegt de engel aan ons: "Wees niet bevreesd." We mogen op God vertrouwen en dan zal hij het onmogelijke mogelijk maken. Jozef overwon zijn angst door zijn liefde voor Maria, Jezus overwon de angst voor het kruis, door zijn liefde voor de mensen. De liefde maakt mensen moedig. Hoe meer liefde we hebben, des te meer zullen we onze angsten overwinnen. Wie angst heeft, blijft op afstand. Wie God vreest, houdt hem op veilige afstand. Soms hoor je mensen zeggen dat ze God nergens ervaren of zien. Misschien is dat omdat ze zich niet aan hem durven toevertrouwen, zoals Maria en Jozef dat deden. God geeft geen antwoord op al onze vragen, God is geen bron van welvaart, God vult de gaatjes niet, God blijft altijd de totaal andere, de onuitsprekelijke, de onnoembare, maar hij is wel de grond van ons bestaan, hij roept ons op om moedig en zinvol te leven, maar wij moeten ons aan hem durven toevertrouwen in goede en kwade dagen.

Laten wij die liefde toe in ons leven of staat ze buiten spel? Mag God binnentreden in ons leven? Zijn we klaar voor het kerstgebeuren in ons leven: het nieuw begin, het nieuwe leven, een teken ons gegeven: liefde tot het uiterste, God-met-ons?

Emmanuel Van Lierde