"Ik
vraag niet om een teken; ik wil de Heer niet op de proef stellen." Die
weigering van koning Achaz klinkt wel nobel en eerbiedig, maar toch is dat
respect voor God dubbelzinnig. Door God niet op de proef te stellen, voorkomt
Achaz meteen dat hij zelf door God op de proef gesteld zou worden. Als er geen
tussenkomst is van Godswege, kan koning Achaz zelf regeren zoals hij het wil,
autonoom. Als we God het zwijgen opleggen en hem niet binnenlaten in ons
leven, kan die God van ons ook geen onprettige dingen vragen. Dan kan God ons
niet meer lastig vallen en kunnen wij lekker onze eigen zin doen. Niets vragen
aan God heeft zo zijn voordelen, dan lopen we ook de kans niet dat hij ons
roept, beproeft, opeist. Als we God buiten spel zetten, hoeven we ons niet te
bekeren en moeten we zijn wil niet volgen. Soms hebben we er alle reden toe om
God een beetje op afstand te houden. Wat zou er gebeuren als wij God in ons
leven binnenlieten? Achaz houdt God op een veilige afstand en maakt daardoor
Gods werk onmogelijk.
Maar zo eenvoudig gaat dat niet, God kan je
niet tegenhouden. "Daarom geeft de Heer ongevraagd een teken." God
laat zich het zwijgen niet opleggen. Waar mensen een deur sluiten, daar doet
God een raam of een achterdeurtje open. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.
"Zie de jonge vrouw zal een zoon baren." God begint een nieuwe
toekomst, waar er geen toekomst meer leek te zijn. Waar de situatie
uitzichtloos leek te zijn, maakt God een nieuw begin, een nieuwe schepping.
De verhalen in de bijbel getuigen steeds
weer van het feit dat God een nieuw begin maakt met zijn mensen. Uit de chaos
waarin geen leven mogelijk is, schept God een nieuwe aarde. De hoogbejaarde
Abraham en Sara krijgen toch een zoon Isaak. Mozes heeft geen levenskans, maar
wordt met een mandje uit het water gehaald. God redt Mozes en zijn volk uit
Egypte doorheen het water naar het Beloofde Land. Het doodswater wordt
doopwater. De onvruchtbare Hanna wordt de moeder van Samuël, een
ternauwernood geborene, een geroepene, geschapen tegen de gang van de natuur
in. Elisabeth en Zacharias, hoogbejaard en onvruchtbaar, schenken het leven
aan Johannes de Doper. De bijbel spreekt over een rij van wonderlijk geboren
kinderen, maagdelijk geboren, geroepen om Gods wil te volbrengen, om teken te
zijn van een nieuw begin.
Dat is mijn interpretatie van schepping uit
het niets en van maagdelijke geboorte. Daar waar mensenwerk faalt, begint Gods
werk. Daar waar de menselijke potentie faalt, redt ons de goddelijke creatie.
Geen zaak van viriliteit, maar van virginiteit. Een maagd zal zwanger worden.
Geen afgedwongen teken door menselijke macht, maar een ontvangen teken, een
geschenk van Godswege. Het is niet naar de gang van de natuur, maar een nieuwe
schepping uit genade. Het is ja zeggen op Gods wil, het is God toelaten in je
leven en beschikbaar zijn voor hem. Het is zoals met vasten: dat is een
onthouding, maar om iets anders beter vast te houden. Vasten, vasthoudend
zijn, met volle inzet en aandacht. Zo is het ook met maagdelijkheid, het is
niet negatief, het betekent beschikbaar zijn voor God. De gelofte van
maagdelijkheid moeten we niet in de eerste plaats zien als een offer, maar als
een volledige toewijding en beschikbaarheid.
Jozef is een rechtschapen man en Maria is
een dienstmeisje van de Heer, zij houden de deur open voor God, maar dat is
een risico want het verandert hun leven. Jozef en Maria gaan een andere weg op
dan zijzelf gewenst hadden. Hier wordt geen kind geboren uit de wil van een
man, niet op de wijze van de kinderen van Eva, maar uit de Heilige Geest.
Jozef en Maria zullen wel gedroomd hebben van een normaal huwelijk en eigen
kinderen, maar zij aanvaarden Gods werk. Ze doen niet als koning Achaz die God
buiten spel zet, Jozef en Maria geven ruimte aan God, maar dat zal hen ook
zwaar beproeven!
Maria en Jozef staan hier als voorbeeld
voor alle mensen die met God in aanraking komen. In het begin is er weinig
vreugde te smaken, er is verwondering en angst. Het is allemaal te nieuw, te
onverwacht wat God ons schenken wil. Toch vertrouwen Jozef en Maria erop dat
God alles ten goede zou keren.
God wil binnentreden in de wereld van de
mensen, maar dan vraagt hij ook hun volle medewerking. Zo is God vroeger bij
zijn volk gekomen, zo wil hij ook nu in ons leven binnenkomen: met de hulp en
de volle medewerking van ons die hem wel de ruimte laten om tekenen te geven,
die proberen om zijn wil te verstaan en bereid zijn de offers te brengen die
hij vraagt.
God is met zijn schepping begaan, maar wij hebben de vrijheid hem al of niet
toe te laten in ons leven. De mens staat niet alleen, God wil ons nabij zijn,
God wil geschiedenis maken met zijn mensen, maar dan moeten wij hem
binnenlaten in ons leven en meebouwen aan zijn Rijk van vrede.
In de bijbel zijn namen altijd van grote
betekenis, ze duiden een opdracht aan, een levensprogramma, de naam zegt wie
je bent. Zo is het ook met de namen die wij aan God geven. Zijn naam is
vooreerst Jahwe en dat betekent: Hij die er was voor zijn volk, hij die er is
voor ons, hij die er zal zijn, ook morgen en telkens opnieuw, en hij die doet
zijn, die schept waar wij falen. Er is Iemand voor ons mensen, wij staan niet
alleen, er is een God die ons wil redden uit onze zonden. Dat is de betekenis
van Jezus: Jahwe redt.
"En men zal Hem de naam Immanuël
geven. Dat is in vertaling : God-met-ons." Inderdaad, God wil mensen
altijd weer nabij zijn. Waar alles uitzichtloos en zonder toekomst lijkt,
maakt hij een nieuw begin. God sluit zijn oren niet voor het geschrei in deze
wereld, hij hoort de ellende van zijn volk. Jezus keurt de wereld niet af, hij
wil de wereld nabij zijn en een nieuw leven geven. Daarom gaat hij aan tafel
met zondaars en tollenaars en is hij blijde boodschap voor zieke en
uitgestoten mensen. Gods liefde is in Jezus vlees geworden, hij deelt in ons
menszijn en laat ons daardoor delen in zijn goddelijk leven. Jezus is mens en
wereld nabij. Hij is God met ons.
We hoeven dan ook geen angst te hebben. Net
zoals tegen Jozef zegt de engel aan ons: "Wees niet bevreesd." We
mogen op God vertrouwen en dan zal hij het onmogelijke mogelijk maken. Jozef
overwon zijn angst door zijn liefde voor Maria, Jezus overwon de angst voor
het kruis, door zijn liefde voor de mensen. De liefde maakt mensen moedig. Hoe
meer liefde we hebben, des te meer zullen we onze angsten overwinnen. Wie
angst heeft, blijft op afstand. Wie God vreest, houdt hem op veilige afstand.
Soms hoor je mensen zeggen dat ze God nergens ervaren of zien. Misschien is
dat omdat ze zich niet aan hem durven toevertrouwen, zoals Maria en Jozef dat
deden. God geeft geen antwoord op al onze vragen, God is geen bron van
welvaart, God vult de gaatjes niet, God blijft altijd de totaal andere, de
onuitsprekelijke, de onnoembare, maar hij is wel de grond van ons bestaan, hij
roept ons op om moedig en zinvol te leven, maar wij moeten ons aan hem durven
toevertrouwen in goede en kwade dagen.
Laten wij die
liefde toe in ons leven of staat ze buiten spel? Mag God binnentreden in ons
leven? Zijn we klaar voor het kerstgebeuren in ons leven: het nieuw begin, het
nieuwe leven, een teken ons gegeven: liefde tot het uiterste, God-met-ons?
Emmanuel Van Lierde