Preek22701



Preek  van de week
  Kalender

Martha, Martha...
(16de zondag - 22 juli - Lc. 10:38-42)


"
Heer, laat het u koud dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? zeg haar dat ze mij moet helpen." - "Martha, Martha, je maakt je bezorgd en druk over van alles, maar slechts één ding is noodzakelijk." (Lucas, 10:40-42)


Het zal je als gastvrouw maar overkomen,... en dat terwijl je je volop aan het uitsloven bent om meneer een lekker dinertje voor te zetten. Zoveel grofheid zijn we van Jezus niet gewend. Integendeel. Tijdens een ander etentje - toevallig een dinertje van mannen onder elkaar - waste Jezus zijn leerlingen de voeten (Jo. 13:1-17) en zei hij: "Ik ben onder u als degene die bedient" (Lc. 22:27). Martha's keukenwerk is dus wel degelijk evangelisch dienstwerk.

Dat de houding van haar zus haar irriteert, is begrijpelijk. Die zit daar op een paar kussens gezellig met hem een aperitiefje te drinken. Wel had Martha zich beter rechtstreeks tot haar zus gewend. Want door het over de band te spelen, via Jezus, wou ze de klap bij Maria harder doen aankomen. Maar dat was een misrekening. En geen kleintje. "Maria heeft het beste deel gekozen", was de repliek van Jezus. Hij moest zich schamen.
Jezus moest zich schamen...
Een conclusie die niet goed aansluit bij de geest van het evangelie. Dat is op zijn minst raar. Tenzij... ik dat verhaal verkeerd gelezen heb.

Ik hèb het verkeerd gelezen. Ik heb die geschiedenis van Martha en Maria in eerste instantie gelezen als een anekdote, die Jezus niet tot eer strekt. Maar het evangelie is geen anekdotenboek maar een geloofsboek. In dat geloofsboek staan wel verhalen, parabels en anekdoten, maar steeds zo gepresenteerd dat het kapstokken zijn waaraan Jezus een geloofsboodschap kan ophangen. Juist omwille van die geloofsboodschap moet je goed kijken hoe dat verhaal of die anekdote verteld wordt. En je mag daarbij nooit uit het oog verliezen dat het gaat om een verhaal dat twintig eeuwen geleden geschreven werd, en dan nog in een andere cultuur. Dat maakt het begrijpen ervan voor ons niet altijd gemakkelijk. We zijn wel eens geneigd om over bepaalde details heen te lezen of ze te snel te interpreteren vanuit onze hedendaagse gevoeligheden.

Jezus is dus op bezoek bij de zussen van zijn vriend Lazarus in Bethanië. Volgens Johannes (12,1-2) was Lazarus daar ook; Lucas houdt hem er buiten. Dat is waarschijnlijk niet toevallig. Daardoor worden vrouwen, en dus geen mannen, gesprekspartners van Jezus.

Dat is in het Joods-Palestijnse milieu van die tijd niet vanzelfsprekend. Denk maar aan het gesprek tussen Jezus en de Samaritaanse vrouw bij de bron (Jo. 4). Daar staat expliciet dat de leerlingen hoogst verbaasd opkeken als ze Jezus zagen staan praten met een vrouw.

Dat zet ons op het spoor waarom, in ons verhaal, Martha zich niet rechtsreeks tot Maria richt. Had ze dat wel gedaan, dan bleef Jezus buiten beeld. Een ruzie tussen twee zussen waar Jezus niets mee te maken had zou de moeite niet waard geweest zijn om in het evangelie te vermelden.

Martha betrekt Jezus erbij. Zo slaat de verteller twee vliegen in één klap.
Jezus krijgt de kans om iets zinvols te zeggen: zijn boodschap te verkondigen.
En daarbij worden de twee vrouwen, vooral Martha, opgevoerd als volwaardige gesprekspartner van Jezus. Zo bekritiseert Lucas een cultuur die vrouwen niet serieus neemt.

"Maria, gezeten aan de voeten van Jezus, luisterde naar zijn woorden." In onze 20ste-eeuwse oren klinkt dat als: die twee zaten gezellig een aperitiefje te drinken waarbij vooral Jezus het hoge woord had.
In Joodse oren klinkt dat helemaal anders. Een paar voorbeelden.

Als Paulus in de Handelingen (22,3) het heeft over zijn verleden, vertelt hij dat zijn opleiding tot farizeeër kreeg "gezeten aan de voeten van Gamaliël".
Jezus genas eens een bezetene die als een woesteling te keer ging en iedereen de stuipen op het lijf joeg. Toen de mensen - nog bang maar wel nieuwsgierig - naderbij kwamen vonden ze de man "gezeten aan de voeten van Jezus", schrijft Marcus (5:1-17).

'Aan iemands voeten zitten' is een oude Joods uitdrukking waarmee bedoeld wordt 'in de leer zijn bij', 'leerling zijn van'. Jezus en Maria zitten dus niet zomaar te kletsen. Jezus geeft onderricht aan zijn leerlinge Maria. Voor Jezus zijn vrouwen niet alleen volwaardige gesprekspartners maar ook volwaardige leerlingen. En dat mag Maria niet ontnomen worden, zegt Jezus. Dat vrouwen - ondanks de vrouwonvriendelijke cultuur van toen - volwaardige leerlingen konden zijn, blijkt ook uit het feit dat de jonge kerk niet alleen diakens maar ook diakonessen kende (bv. Rom. 16:1). In déze tijd komen in de katholieke kerk alleen mannen in aanmerking om gewijd worden tot diaken. Als we het evangelie serieus nemen is het laatste woord over de plaats van de vrouw in onze Kerk nog lang niet gezegd.

Terug naar de evangelietekst. Martha doet haar beklag over de passiviteit van haar zus, en Jezus reageert daarop met het noemen van haar naam, tweemaal.Ik begon deze homilie met: 'Martha, Martha', op een toontje dat de bijklank had van: 'Kind, wat kun je toch zaniken...'. Ook dat was een foute interpretatie. De herhaling van de naam is typisch voor bijbelse roepingsverhalen:

'Mozes, Mozes' klonk het vanuit het brandend braambos, 'bevrijd mijn volk uit de slavernij in Egypte' (Ex. 3:4).
'Saulus, Saulus' sprak een stem uit de hemel toen Paulus van zijn paard geslagen werd op weg naar Damascus (Hand. 9:4).

Met zijn 'Martha, Martha' roept Jezus haar op om het roer om te gooien. Hij heeft natuurlijk wel gezien dat Martha het druk heeft met haar huishoudelijk werk en dat een helpende hand van Maria haar welkom is. Maar daar gaat het Jezus niet om. Hem gaat het om het essentiële.

Het zit hem dwars dat Martha te druk doet. Wel werken om te leven, maar leven om te werken is uit den boze. Ook getrouwd zijn met je werk is een vorm van ontrouw aan je partner. Je moet voor hem of haar tijdig tijd maken om in alle rust van elkaar te genieten en zo de relatie voeden en de liefde cultiveren.
Dat geldt ook t.a.v. ons geloof. Jezus wil zijn boodschap uitdragen. Gaat dat toevallig gepaard met een etentje, dan is dat meegenomen. Prima, Martha, dat je je gasten goed en gastvrij ontvangt, maar verlies de essentie niet uit het oog. Maak ook ruimte voor datgene waarvoor uw gast gekomen is.
Haar gast, onze gast, wil aan haar, aan ons, zijn boodschap kwijt. Hij wil dat wij zijn boodschap in ons leven cultiveren, doen groeien, verdiepen. Hij wil dat wij ons geloof blijvend voeden aan wat hij ons steeds opnieuw en altijd weer te zeggen heeft.


Wij noemen ons gelovigen. Maar zijn we dat echt? Ik twijfel daar soms aan als ik volwassen mensen met veel aplomb over het geloof waarheden, wijsheden en spelregels hoor verkondigen die ze 20 of 50 jaar geleden in de lagere school hebben meegekregen. In alle dimensies van het leven zijn ze gegroeid, ontwikkeld, volwassen geworden, maar hun geloofsbeleving is de kinderjaren nooit ontgroeid. Te druk bezig met de alledaagse binnenwereld.
Martha en andere drukdoeners hebben geen tijd voor geloofsverdieping. Omdat ze er geen tijd voor maken. En dus roept Jezus hen op:
Martha, Martha - en al die andere Martha's, u en ik - kom, ga eens zitten, hier aan mijn voeten, en luister nu eens. Ik heb jullie al zo vaak willen toespreken. Maar jullie ontnemen me de kans daartoe, met jullie drukdoenerij.

Marc Christiaens o.p. (Schilde)

     top    lijst