Iemand
die volledig buiten het christendom staat, zou erg verwonderd zijn en het
totaal niet begrijpen als hij zou horen hoe christen gelovigen tot Christus
bidden en hem aanroepen met de naam van een dier. Ze doen dat niet minder dan
vijf keer in iedere misviering: Lam Gods, bidden ze; Lam Gods dat wegneemt de
zonden van de wereld. Maar begrijpen zij zelf wel wat ze zeggen als ze dat
bidden? Ze zeggen dat op het gezag van het evangelie. Maar begrijpen ze dat
evangelie?
De oudste bekende afbeelding van Christus is een primitieve
tekening, gekrast in de muur van een oud paleis in Rome. Ze stelt een mannetje
voor dat met opgeheven handen voor een kruis staat, en aan dat kruis hangt een
figuur met een ezelskop. Onder die tekening staat in grote letters gekrast:
Alexamenos aanbidt zijn God. Waarschijnlijk gaat het om een spotprentje, maar
zeker weten we het niet. Christenen aanbidden een goddelijke figuur met
ezelsoren.
Maar veel beter bekend is een andere afbeelding, een van de grootste
meesterwerken uit de hele geschiedenis van de schilderkunst: de aanbidding van
het Lam door de gebroeders van Eyck. Het schilderij hangt, zoals u weet, in de
Sint-Baafskathedraal van Gent.
We staan er praktisch nooit bij stil, maar eigenlijk is het
toch zeer merkwaardig. Er wordt een stukje plat ongedesemd brood getoond, met
daarbij de verwijzing naar een dier: zie het lam Gods. En de aanwezigen in de
viering antwoorden: Heer ik ben niet waardig dat gij tot mij komt. Aanbidden
christenen een God die ze voorstellen als een dier, en dan nog wel een onnozel
schaap?
Wie niet thuis is in de bijbel, kan dat onmogelijk begrijpen. We moeten dus de
bijbel in ons achterhoofd hebben, anders kunnen we niet met goed fatsoen
blijven herhalen wat de liturgie voorschrijft te bidden: Lam Gods dat wegneemt
de zonden van de wereld. Paaslam dat voor ons werd geslacht.
Jezus was natuurlijk geen jong schaap, hij was een mens.
Maar een zeer bijzonder mens. De mensen die met hem omgingen, die zagen en
hoorden wat hij zegde en deed en die hem gevolgd zijn, hebben zich afgevraagd:
waarin bestaat het bijzondere van deze mens, hoe moeten we hem noemen en
begrijpen? Ze hebben hem de Christos genoemd: Christus, de gezalfde,
d.w.z. van Godswege belast met een zending. En om duidelijk te maken waarin
die zending bestond, hebben ze gegrepen naar verhalen, beelden en symbolen die
ze kenden uit de geschriften van de bijbel.
Johannes de Doper heeft dan, volgens de beschrijving van evangelie, Jezus
aangewezen in de menigte die naar hem toe kwam om zich in de rivier te laten
dopen. Hij zei: die daar, die man, hij is het, het lam Gods dat de zonde
wegneemt. Ik heb het gezien toen ik hem gedoopt heb. Ik heb de Geest als een
duif op hem zien neerdalen. Hij is de zoon van God.
Wat hebben de mensen van toen zich daarbij voorgesteld, toen ze Jezus deze
titels hebben gegeven? Ze hebben gedacht aan teksten van de oude profeten
zoals die van Jesaja. Zoon van God betekende voor hen knecht van God, belast
met de opdracht het volk uit de ondergang te redden. Maar niet alleen het
joodse volk: hij moest ook heil en redding vanwege God brengen aan de mensen
die voor joden heidenen waren: aan de mensen van alle volkeren ter wereld.
Niet voor niets wordt deze boodschap van de profeet gelezen kort na
Driekoningen. Ze heeft dezelfde strekking: Jezus is gekomen als de mens die
het licht van God voor de hele wereld openbaar maakt.
Hoe heeft hij dat gedaan? Hij heeft het gedaan op de wijze van een onschuldig
lam. De zoon, of de knecht van God is het lam van God. In de wijze van leven
en sterven van Jezus hebben zijn volgelingen de vervulling gezien van de oude
profetieën over het werk van Gods knecht. Ik citeer er één van:
"Wij alle waren als schapen verloren gelopen, ieder
van ons was zijn eigen wegen gegaan. Maar op hem heeft Jahwe God de schuld
van ons allen laten neerkomen. Hij werd gefolterd en diep vernederd, maar
hij heeft zijn mond niet geopend, zoals een lam dat naar de slachtbank wordt
geleid. Zoals een schaap dat stom is voor zijn scheerders, heeft hij zijn
mond niet geopend. Door een gewelddadig vonnis werd hij weggenomen. Wie
denkt nog over zijn bestemming na?"
Wie denkt nog over zijn bestemming na? Joden dachten over
zijn bestemming na als ze bij de jaarlijkse viering van het paasfeest de
voorgeschreven handelingen stelden en een paaslam slachtten, om de bevrijding
uit de slavernij in Egypte in herinnering te roepen. Toen hadden hun
voorouders de deurpost van hun huis gemerkt met het bloed van een lam, zodat
de engel van het verderf aan hun huis voorbij zou gaan. Het geslachte paaslam
is het symbool dat de redding uit slavernij en verderf bewerkt.
Om niet onvolledig te zijn, en vooral om hier het schilderij van Van Eyck zijn
plaats te geven, moet ik ook iets zeggen over nog een andere betekenis die aan
het symbool van het lam is gegeven. In bijbelse geschriften over de grote
strijd tussen goed en kwaad, wordt beschreven hoe er een lam zal komen, een
gehoornde ram, en die ram zal verschijnen als overwinnaar namens God op al wat
kwaad is in de wereld. Dat Lam Gods, die zoon of knecht van God, wordt in de
hemel op de troon geplaatst en allen die gered zijn, komen er naartoe om hem
te aanbidden.
Achter het symbool van het lam zit dus een hele wereld van
beelden en verhalen: over de lijdende knecht van God, het bevrijdende paaslam,
het zegevierende lam waardoor het kwaad definitief wordt overwonnen.
Christenen gebruiken dat symbool nog altijd. Maar ik vrees dat de meeste
christenen niet zich of nauwelijks bewust zijn van wat ze doen. U zal zeggen:
ja, maar dat is ook zeer moeilijk. Het gaat om verhalen en symbolen uit een
tijd die duizenden jaren achter ons ligt. Wij zijn ook geen joden, maar
christenen en bovendien doet de liturgie van het slachten van schapen ons
veeleer denken aan moslims, aan Marokkanen en Turken.
Dat is volkomen waar. Ik denk dat iedereen me zal gelijk geven als ik zeg dat
de kerkelijke liturgie het ons niet gemakkelijk maakt. Maar kunnen we ermee
ophouden Christus aan te spreken als Lam Gods dat de zonde wegneemt omdat we
dat toch niet meer verstaan? Kunnen we dat doen zonder essentiële dingen uit
de schat van ons geloof weg te gooien? Dat zou alleen te verantwoorden zijn
als we erin kunnen slagen andere symbolen te vinden die hedendaagse mensen
meer zouden aanspreken en die dezelfde rijke betekenis aanwezig stellen. Maar
ik vrees dat we dat niet kunnen, al moeten we het volgens mij wel proberen. Er
zit, denk ik, niets anders op dan onze symboolgevoeligheid aan te scherpen en
levend te houden, op z'n minst in die mate dat we er met onze gelovige
overtuiging kunnen achter staan als we bidden: Lam Gods dat wegneemt de zonden
der wereld, ontferm u over ons; geef ons de vrede. Ik denk dat we daar nog
altijd beter kunnen inkomen dan in een liturgie geïnspireerd door oude
oosterse mozaïeken, die ons vraagt Christus te vieren als koning van het
heelal.
Ik
denk ook dat we in onze tijd misschien iets kunnen overhouden van de oudste
afbeelding van Christus en de onbekende Alexamenos die hem vereerde.
Christenen zijn als mensen met ezelsoren, dwaas in de ogen van de wereld. Het
kruis is geen teken van zegepraal en triomf, maar van dwaasheid: je ter dood
laten brengen omdat je trouw blijft aan je idealen. Wat niet te begrijpen
dwaasheid is in de ogen van de wereld, dat is de wijsheid van de God in wie
wij geloven.
Suggesties van voorbeden
Laten we uitdrukking geven aan ons geloof in een
gezamenlijk gebed, om vreugde in ons geloof en voor de dingen die ons ten
diepste ter harte gaan.
Wij bidden U God, dat wij ons mogen verheugen in ons
geloof, om voor anderen aanstekelijk te zijn,
om ons in te zetten voor het menselijk onmogelijke,
om te getuigen van de verrijzenis
door onze werkdadige liefde voor elkaar.
Wij bidden U God, blijf ons nabij,
ook wanneer het avond wordt,
wanneer we ontmoedigd zijn of teleurgesteld,
wanneer ons alles uit de handen wordt geslagen.
Wees voor ons een levende God,
en Iaat ons hart gevoelig zijn voor uw aanwezigheid.
Wij bidden U God, dat wij U mogen blijven herkennen
wanneer we, vertrouwende ontgoocheld of verbitterd, tot U proberen te
bidden, wanneer we lezen in de Schriften,
wanneer we ons proberen in te spannen om elkaar tot bemoediging te zijn.
Wij bidden u God, voor allen die in ons midden getroffen
zijn door ziekte of ongeluk, of door welke beproeving ook;
voor hen die lijden onder geweld of slachtoffer zijn van rampen. Voor al
onze overledenen.
Wees hier aanwezig, Heer, Licht in ons midden, dat wij
herleven, door Jezus uw zoon die zich voor ons heeft geslachtofferd
maar nu met U en de Geest leeft
in eeuwigheid.
B.J. De Clercq o.p.