Preek van de week
Liturgische kalender
  Prekenlijst Uw commentaar

   forum    webmeester

Het einde der tijden
Eerste zondag advent 2000

 

 

"Dan zullen ze de mensenzoon met veel macht en heerlijkheid zien komen op een wolk.
Als dat gaat gebeuren, sta dan op, recht en fier, want uw verlossing is dichtbij." 
(Lucas, 21:27-28)


Advent is een tijd van verwachting. Verwachten is iets anders dan wachten. Dat doen we bij de tandarts en de dokter of bij de bushalte of in het station. Advent is dan ook niet aftellen tot het kerstmis wordt. Verwachten is uitzien naar een gebeuren dat nieuw leven schenkt. Een vrouw is in "blijde verwachting". Nieuw leven voor het kind, voor haarzelf en zovele anderen. Of iemand verwacht nieuw leven na een zware operatie. Of iemand kijkt uit naar de partner die terugkomt van een verre reis. Opnieuw samen-zijn in liefde!
Dit nieuwe leven dient zich maar aan na een tijd van "nacht en duisternis". De aanstaande moeder moet nog doorheen de barensweeën. De zieke lijdt nog veel pijn voor het definitieve herstel. De geliefde maakt zich zorgen dat er maar niets gebeurt!

Het evangelie dat vandaag wordt gelezen begint ook niet dadelijk met het gelukkig makende nieuwe leven. De mensen zijn "radeloos van angst en ze besterven het van schrik". Want de fundamenten van het heelal worden dooreengeschud. Zon, maan en sterren, de kosmische machten en de zee geraken in chaotische verschrikking. Het zijn de zgn. apocalyptische beelden voor het "einde der tijden". Voor de joodse mens is de tijd lineair en kent een einde. Dat einde was geen voltooiing maar een catastrofe. Een chaotisch einde . Want deze wereld moet vernietigd worden en plaats maken voor een andere, nieuwe wereld en een nieuwe tijd. Jezus zelf en zijn tijdgenoten leefden in de verwachting van een spoedig einde der tijden. Dan zou de Mensenzoon komen in macht en glorie. Men noemde dat de "parousie"(verschijning)of de "adventus Domini"(komst van de Heer) zoals een nieuwe keizer verscheen bij zijn aankomst op een officieel staatsbezoek .

Maar sinds deze eindverwachting van de eerste christenen zijn vele generaties gestorven zonder de bazuinen van het "Laatste Oordeel"gehoord te hebben. De verwachting van de "komst van de Heer"kreeg een andere invulling.

Natuurlijk is er ook voor ons, mensen van het derde millenium, nog een "einde der tijden". Wetenschappers zeggen ons dat de zon halverwege haar energie is. Nog 4,5 miljard jaren. Dan is ze opgebrand. Dan is het gedaan met ons zonnestelsel. Het hele heelal is eindig. En onze eigen eindigheid ervaren we iedere dag. Maar we geloven dat in deze eindige tijd en in ons vergankelijk mensenleven de Eeuwige nabij is. We geloven dat Hij spreekt tot ons op een geheel unieke wijze in en door Jezus-Messias. En dat Hij een eeuwig liefdesverbond sluit met ons. Wij christenen van vandaag spreken van de komst van het Rijk Gods. In blijde verwachting kijken we uit naar deze komst. Want dit gebeuren van het Rijk Gods is het nieuwe gelukkigmakende leven. Het is inderdaad een gebeuren,  want God is maar God, voor ons, in zover we Hem verwachten. Jezus-Messias is maar nieuw leven in de mate dat zijn Geest leeft in ons hart. Daarom zegt Lucas dat we waakzaam moeten zijn. Want het Rijk Gods kunnen we verstikken en verduisteren.

Op de vraag wanneer het Rijk Gods komt laat Lucas Jezus antwoorden :"Je kan dat niet waarnemen. Het is niet hier of daar. Het is midden onder U" (Lc.,17:20). Men kan ook vertalen "in je hart". Maar dat Rijk Gods is in ons hart als een nietig mosterdzaadje dat moet groeien. Als gist die het deeg doet rijzen. Als een schat die men moet opdelven. Als een kleine maar kostbare parel die gezocht moet worden. Wij moeten er voor zorgen dat de verlossing van het Rijk Gods ons niet ontgaat. Daarom zegt Lucas in het evangelie van vandaag dat we niet afgestompt mogen geraken door de roes van dronkenschap of de zorgen van het leven. Wij zouden nu kunnen spreken van de afstomping van de Big-Brother-roes! Of de roes van allerlei andere vormen van verslaving . En van de jagende zorg die mensen hebben om toch maar overvloedig te kunnen consumeren en genieten. Of van de ik-bezetenheid en de uitbuiting en de mensonwaardigheid in vele vormen. Opdat het Rijk Gods en zijn gerechtigheid zou kunnen doorbreken in onze tijd moeten vele hinderpalen opgeruimd worden.

Het Rijk Gods is altijd ook een menselijk Rijk. Want God is een God die verbondenheid sluit met mensen. En wel in het menselijk leven van alledag. Van koken en wassen, van gesprekken aan tafel, in de winkel en aan de telefoon. Ook in de omgang met moeilijke geburen en een dementerende ouder. In een leven met een gebroken relatie. In de angst en het verdriet bij ziekte en sterven. In al die "verschrikkingen"die ons kunnen overkomen. We moeten ze waarachtig niet zoeken in de sterren die uit de hemel vallen, waar het evangelie naar verwijst! Er hangt ons genoeg boven het hoofd dat ons kan kwetsen.

Het alledaagse en het eigentijdse is de ruimte waar het Rijk Gods moet komen. In ons eigen hart en in het hart van onze harde en soms onbarmhartige samenleving. Daar en nergens anders moeten we nieuw evangelisch leven verwachten. Angst maakt dan plaats voor hoop. En blijde verwachting verdrijft cynisch negativisme.

Wat Paulus schrijft in de tweede lezing( 1 Tess.3,12) is wellicht het antwoord op de vraag wanneer het Rijk Gods komt. En meteen ook de levenshouding van echte "adventisten"...christenen die hunkerend uitzien naar nieuw leven. We kunnen het elkaar van harte toewensen . "Moge de Heer ons doen toenemen in liefde voor elkaar en alle mensen. "

Rob Moens, dominicaan Genk