Preek van de week
Liturgische kalender
  Prekenlijst Uw commentaar

   forum    webmeester

Jezus en de vrouwen
11de zondag - 17 juni (II Samuel, 12:7-13. Lc., 7:38-8:3)

 

 

"Jezus trok door steden en dorpen om de goede boodschap van het koninkrijk van God te verkondigen. De twaalf vergezelden hem, en ook enkele vrouwen, die van boze geesten en ziekten genezen waren - Maria van Magdala, uit wie zeven demonen waren weggegaan, Johanna, de vrouw van Chusas, een hogere beambte van Herodes, en Suzanna - en nog vele andere vrouwen, die hen uit eigen middelen onderhielden." (Lucas, 8:1-3)


Vrouwen hebben in het leven van Jezus een belangrijke rol gespeeld, en ook omgekeerd: Jezus in het leven van veel vrouwen. Men heeft dat altijd geweten, maar het kreeg geen aparte aandacht. Nu wordt het vooral door vrouwen graag in de verf gezet. En ze hebben gelijk, want als je de evangelies leest met een vrouwelijke bril op, krijg je oog voor dingen waar je anders aan voorbij leest.

Het evangelie dat dit weekeinde op de liturgische kalender staat, vertelt een merkwaardig verhaal. Een dame van lichte zeden stapt zo maar binnen bij een farizeeër bij wie Jezus voor de maaltijd is uitgenodigd maar zeer koel ontvangen, en ze begint hem te vertroetelen. Jezus laat het zich welgevallen, want, zegt hij, wie veel is vergeven toont veel liefde.
Wie dit verhaal leest met in het achterhoofd de Schriftlezing die eraan voorafgaat, over koning David die berouw toont voor zijn overspel met Batseba en de moord op haar echtgenoot Uria en van God vergiffenis krijgt (II Samuel, 12:13), laat zich op het verkeerde been zetten. In dit verhaal komt de vrouw om wie het allemaal draait niet in beeld. Het draait allemaal om David, en de zedeles is: je mag nog zo zwaar gezondigd hebben, als je er spijt van hebt en vergiffenis vraagt, krijg je vergiffenis. Maar in het evangelie gaat het om iets heel anders. Als je van veel vergiffenis krijgt, stroom je over van liefde.

Blijkbaar is iets van die aard ook nog met andere vrouwen gebeurd. In het evangelie van dit weekeinde worden er enkele bij naam genoemd. Hun bewijzen van liefde zijn geen kleinigheid: ze trekken met Jezus en zijn volgelingen mee en ze onderhouden hen met eigen middelen. We komen ze elders in de evangelies niet meer tegen, behalve aan het einde, als Jezus terechtgesteld wordt. De mannen zijn op de loop gegaan, het zijn vrouwen die hem bijstaan in zijn laatste levensmomenten op het kruis. Na zijn dood zijn het vrouwen die het lege graf ontdekken en hem het eerst in zijn onaardse, verheerlijkte gestalte zien verschijnen. Het is een betwiste vraag waarom dit door de evangelisten wordt benadrukt. Je kunt het lezen als een afstraffing van de mannen die Jezus in de steek lieten toen het gevaar te groot werd. Het kan ook begrepen worden als een legitimering van het feit dat ook vrouwen het initiatief hebben genomen bij de verkondiging van de boodschap.*

Een verkondiger was in elk geval de vrouw uit Samaria - ook niet van onbesproken zeden - met wie Jezus een dispuut had toen hij bij de waterput van Jakob zat uit te rusten (Johannes, 4:29-30).

Van de vrouw die Jezus in het verhaal van Lucas heeft gezalfd, wordt door de andere evangelisten niet gezegd dat ze van lichte zeden was. Volgens hen heeft ze balsem op Jezus' hoofd uitgegoten. "Met het oog op mijn begrafenis", zou Jezus gezegd hebben (Mattheüs, 26:12; Marcus, 14:8-9). Maar je kunt er een diepere betekenis aan geven. Iemand op het hoofd zalven is volgens de bijbelse traditie hem aanstellen en machtigen voor een belangrijke taak. 'Christus' betekent letterlijk 'gezalfde'. Jezus krijgt zijn opdracht van Messias uit de handen van een vrouw!

En met een vrouwelijke bril op zie je nog meer. Mattheüs (15:21-28) vertelt hoe een vrouw in Kanaän Jezus terechtwijst als hij haar vraag om hulp afwijst omdat hij alleen "naar de verloren schapen van het huis van Israël" gestuurd is. Ze brengt hem ertoe zijn standpunt te herzien. Het zou dan een vrouw geweest zijn die Jezus heeft doen inzien dat zijn zending een wereldzending was.*


Vrouwen hebben gelijk als ze, vanuit hun gezichtspunt, een nadrukkelijke vinger leggen op de centrale rol die vrouwen in het leven van Jezus hebben gespeeld. Aan die vrouwen hebben wij en de hele christelijke traditie enorm veel te danken. En ze hebben ook gelijk als ze ervoor pleiten dat het typisch 'vrouwelijk potentieel' bij de verkondiging van het evangelie vandaag voluit tot zijn recht zou worden gebracht.

* Inspiratie heb ik hier o.m. geput uit H. KUITERT, Jezus: nalatenschap van het christendom, Baarn, 1998, p. 139 v.

B.J. De Clercq o.p.