Preek van de week
Liturgische kalender
  Prekenlijst Uw commentaar

   forum    webmeester

De Johannesbeweging en de Jezusgemeenten
16 december - 3de adventszondag (Jesaja, 35: 1-6a.10 - Mattheüs, 11:2-11)

 

 
"Ga aan Johannes vertellen wat u hoort en ziet.
- Gelukkig diegene die geen aanstoot aan mijn neemt." (Mattheüs, 11:4.6)


Bijbelgeleerden zeggen dat het verhaal over Johannes de Doper die op een bepaald moment is beginnen te twijfelen aan Jezus geen historisch feit beschrijft maar de weerspiegeling is van een duidelijke spanning, misschien een conflict in het milieu van Mattheüs. Er waren nog altijd volgelingen van Johannes die in zijn geest van boetedoening bleven voortleven. Christenen die door de leerlingen van Jezus waren bekeerd, dachten en leefden op heel wat punten anders. Volgelingen van de Johannesbeweging konden zich niet goed herkennen in de geest van de Jezusgemeenten. Nog elders bij Mattheüs vinden we daar sporen van. Hij beschrijft hoe de volgelingen van Johannes er niet bij konden dat Jezus' leerlingen volgens hun meester niet moesten meedoen met de vrome gewoonte van het regelmatige vasten. Wie te gast is op een bruiloftsfeest, zei Jezus, rouwt en vast niet zolang de bruidegom aanwezig is (Mt., 9:14v.).

Het ideaal van de Johannesbeweging was dat van een woestijnchristendom, naar het model van de oudtestamentische profeten die het volk hadden opgeroepen zich te bekeren tot de oorspronkelijke spiritualiteit van de tocht door de woestijn, niet alleen bevrijd uit de slavernij maar ook weg van de vleespotten van Egypte. De woestijn is de plaats van bekering en voortdurende inkeer. Je leeft er in afzondering, los van de beslommeringen en verlokkingen van de bewoonde wereld. Je kunt je, vrij van de zorgen en de verstrooiingen die mensen meestal bezighouden, beperken tot het alleen maar het essentiële, je concentreren op het enige noodzakelijke. Het leefmodel van de woestijn is hard in zijn soberheid, maar het is een uitgezuiverd leven, het staat niet bloot aan de besmettingen waardoor mensen in de bewoonde wereld worden aangetast. Het schenkt de ruimte en de tijd waarbinnen je in gebed en bezinning God kunt ontmoeten.

Johannes riep de mensen die zich wilden bekeren weg uit hun leefmilieu naar hem toe in de woestijn. Jezus trok naar de mensen toe, naar de dorpen en steden waar hun gewone leven zich afspeelde, tot in de hoofdstad Jeruzalem en bij de bezoekers van de tempel. Hij stuurde zijn leerlingen naar de dorpen en steden om daar te preken, zieken te genezen en kwade geesten uit te drijven. Daar moesten mensen zich bekeren, en hun geloof in zijn boodschap moest vruchten krijgen in de praktijk van hun normale levenswandel.

In het evangelie dat dit weekeinde wordt gelezen laat Mattheüs er geen twijfel over bestaan welke kant hij kiest. Hij pleit voor het leefmodel van de Jezusgemeente. Het Johannesmodel wijst hij niet af. Hij legt Jezus woorden van uitzonderlijke lof voor Johannes in de mond. 'Meer dan een profeet' noemt hij hem. Maar zijn besluit is eigenlijk ongenadig. Johannes is in al zijn grootheid kleiner dan de kleinste in het koninkrijk der hemelen. Hij moet wezenlijk onderdoen voor Jezus.


In de hele geschiedenis van het christedom vinden we de dualteit, en op sommige momenten de tegenstelling tussen het christelijk Johannesmodel en het leefmodel van de Jezusgemeenten. Men heeft aan die dualiteit verschillende namen gegeven: tussen 'eschatologische gerichtheid' en 'profetisme', tussen 'mystiek' en 'politiek', tussen het 'contemplatieve' en het 'actieve' kloosterleven.

De essentiële trekken van de woestijnspiritualiteit herkennen we vandaag bij ons in het abdijmodel. Monniken richten hun leven in afgezonderd van de wereld. Rond een abdij staan muren, binnen in een abdij vinden haar leden alles wat ze nodig hebben om hun sobere stijl van leven gestalte te geven. Een abdij heeft echter meestal een ruim gastenkwartier en voert gastvrijheid hoog in het vaandel. Mensen trekken erheen om tot rust en inkeer te komen. Sommigen om boete te doen en orde op zaken te stellen. Allen om de beslommeringen van hun wereld een tijdlang achter zich te laten en zich met een volgehouden inspanning, naar het voorbeeld en met de hulp van de monniken, te concentreren op het essentiële, het unum necessarium.

Andere religieuzen bouwen hun kloosters en huizen en gaan wonen midden in de stad. Hun agenda en de inrichting van hun leven worden bepaald door het werk buitenshuis, door wat we tradioneel de 'zielzorg' noemen, maar ook door veel andere soorten activiteiten in dienstbaarheid aan veel soorten mensen.

Toen Johannes vanuit de gevangenis aan Jezus liet vragen of hij zich in hem niet vergist had, of er misschien nog iemand anders moest verwacht worden, gaf Jezus geen direct antwoord. Hij zei alleen: kijk rond u naar wat er gebeurt en trek uw conclusies. En hij riep de beelden van de bekende messiaanse profetie op, culminerend in de zin: "aan armen wordt de goede boodschap verkondigd". We moeten dit, denk ik, als volgt verstaan. Blinden en kreupelen, melaatsen en doven zijn arme mensen in de bijbelse zin van het woord: ze kennen geen volwaardig leven, ze leiden noodgedwongen een bedelend bestaan, ze tellen niet mee, ze worden uitgestoten. De goede boodschap die hen wordt gebracht is er niet een van troostende woorden, ze grijpt metterdaad in hun leven in. Ze bewerkt genezing door hen als volwaardige mensen tot hun recht te brengen. (Zie de vertaling hieronder)

Mattheüs zegt dus eigenlijk: christenen van de Jezusgemeenten steken de handen uit de mouwen, ze doen de messiaanse profetie van de goede boodschap aan de armen in vervulling gaan. Dat is het wat mensen moeten kunnen zien als ze kijken naar wat er gebeurt waar christenen aan het werk zijn. Het is de lakmoesproef van het christelijk getuigenis. De band met de actie Welzijnszorg tijdens de advent ligt voor de hand.
Maar vooral tijdens de advent mag ook het Johannesperspectief een bevoorrechte aandacht krijgen. Als we het waar willen maken dat de advent bij uitstek een tijd van verlangen en verwachting is, moeten we bij tijd en wijle de kerstmuziek en de koopdrift van de winkelstraten en kerstmarkten laten voor wat ze zijn. De woestijn in trekken om ons te concentreren op wat werkelijk en uiteindelijk van belang is.

B.J. De Clercq o.p.

Toemaat
Vertaling profetie van Jesaja

Zo spreekt de Heer:
het uitgeputte, verdorde land
zal opnieuw vruchtbaar worden.
De steppe zal bloemen voortbrengen
en in de woestijn bloeien prachtige lelies.
Het lijkt wel het land van melk en honing;
een stukje paradijs door God geschapen,
vol heerlijkheid en overvloed.
Ook de oude mens wordt weer herboren:
Al wie de moed verloren had, herleeft;
hij vat weer moed en is niet langer bang.
Moedeloze armen pakken het weer aan
en knikkende knieën krijgen weer kracht.
De ogen, van wie het niet meer zag zitten,
gaan weer open;
de oren beluisteren opnieuw
wat men vroeger nooit durfde geloven.
Dan stappen allen weer op
die het al hadden opgegeven
en naast de weg waren gaan zitten.
Weemoedig geklaag en opstandig gemor zijn voorbij;
al de oude pijn is vergeten.
Opnieuw is er vreugde en blijdschap:
de Heer verlost immers zijn volk!

Guy Goris