Tien
melaatsen worden genezen. Op grote afstand hadden ze luidkeels geroepen:
"Jezus, Meester, ontferm U over ons!"
Wegens hun onreinheid moesten melaatsen op grote afstand blijven. Ze
moesten elk contact vermijden. Ze waren buiten gesloten van de
samenleving. Verstoten uit Gods nabijheid. Uitgesloten van de tempel.
Ten dode opgeschreven. Zo melaats als ze zijn stuurt Jezus ze naar de
priesters. Die moesten hun genezing vaststellen. Dan moesten ze de
voorgeschreven offers brengen. Ze hebben wel een groot vertrouwen. Want
ze worden niet eerst genezen. Dat gebeurt onderweg.
Een melaatse die genas kon zeggen: ik ben weer mens geworden! Het was
als een nieuwe geboorte. Een opstaan uit de dood. Een nieuwe levenskans.
Je kan je voorstellen hoe zo iemand zielsgelukkig werd. En hoe intens
dankbaar voor hem die hem genas! Maar ze keren niet terug naar Jezus. Ze
vergeten Hem. Behalve die ene. En dan nog een Samaritaan! Een
'vreemdeling', een allochtoon ...er staat eigenlijk: een 'heiden'. De
negen anderen waren blijkbaar Gallileëers.
De Samaritaan doet de knieval voor Jezus. Teken van uiterste eerbied.
En hij verheerlijkt God met luide stem. Hij begreep dat na het Kyrie het
Gloria komt! Na de luide smeekbede om ontferming de even luide lofzang,
God ter eer. Belangrijk! Want Jezus vraagt geen dank voor zichzelf. Om
God, daar gaat het Jezus om. Hem komt alle eer en lof toe.
Lucas vertelt dit verhaal terwijl Jezus op weg is naar Jeruzalem,
d.w.z. naar Golgotha. Niemand onderweg werpt zich voor Jezus' voeten.
Zeker de joodse religieuze leiders niet. Enkel deze heiden. Hij erkent
Jezus als de gezondene Gods. Hij die uitgesloten was van alles en
iedereen, van tempel, samenleving en Gods liefde, wordt een nieuwe mens
en een gelovige. Hij vindt het werkelijke heil: Jezus, Gods uitverkoren
geliefde. Hij kan nu opstaan uit de dood en de weg gaan van het geloof.
De eigenlijke weg naar het echte Leven.
Lucas, de reisgezel van Paulus heeft gezien hoeveel heidenen christen
zijn geworden. De 'grote oogst' is binnen gehaald ,niet bij de joden (de
Galileeërs) maar bij de heidenen.
Waarom precies tien melaatsen en geen negen of zeven?... Om op sabbat
de voorgeschreven liturgie te mogen vieren in de synagoge zijn er tien
mensen nodig. Niet één minder. Een pastor in Amsterdam vertelt dat hij
een kleine joodse gemeente kent. Iedere sabbat zit men daar in spanning
te wachten op de tiende man. Een oude zeer orthodoxe jood die zoals het
betaamt te voet komt met zijn stok. Maar het is een lange weg. Als hij
binnen komt is er algemene opluchting. Vandaag kan het doorgaan!
Misschien schrijft Lucas voor een christen gemeenschap die ten dode
is opgeschreven. Wellicht uit angst voor de vervolgingen. Ze hebben zich
in ongeloof van Jezus afgewend. Maar er is één iemand die opnieuw tot
geloof komt. Iemand die gered wordt omdat hij zich keert tot Jezus die
het heil is van Godswege. Hij staat op uit de dood van ongeloof en gaat
heen, om ook de anderen opnieuw naar Jezus te brengen. Dankzij hem kan
de christen gemeenschap vol dankbaarheid herleven.
Hoeveel
parochies zijn er op vandaag ten dode opgeschreven? Hoevelen smeken
luidkeels om hulp? Misschien is er toch iemand, één enkele die zich
naar de levende Heer Jezus keert, de Verrezene midden onder ons. Het kan
een leek zijn. Een niet gewijde en niet ingewijde. Maar wel toegewijd.
Iemand die opstaat uit defaitisme, pessimisme, passiviteit. Iemand die
misschien negen anderen warm kan maken. Een nieuwe kern stichten. Een
nieuw gemeenschapsleven in leven roepen. Een nieuwe weg openen.
Ik las dat er in Korea meer dan honderd jaar een krachtige en vurige
christelijke gemeenschap heeft bestaan dankzij enkele leken in het begin
van de zeventiende eeuw. Pas in 1836 kwamen de eerste Franse priesters.
Honderd en drie stierven de marteldood tijdens de vervolgingen van 1839
tot 1866. Paulus Chong Hasang is de meest bekende lekenapostel. Ze
werden allen heilig verklaard.
Mocht de laatste zin van het evangelie van vandaag een appèl zijn
tot allen die wanhopen over de toekomst van de Kerk: "Sta op, ga
heen, jullie geloof heeft jullie gered!"
Rob Moens o.p., Genk