Veronderstel,
je hebt familie in Mechelen. Je bent er op
bezoek. Je gaat met een familielid uit winkelen. Je staat aan te schuiven aan de
kassa van een grootwarenhuis. En wie staat er achter jou? Kardinaal Danneels! In
zwart pak met romeinse boord en karretje in de hand. Je bent misschien
geneigd te zeggen: "ga maar voor mij, Monseigneur". Maar dat zou hij
ongetwijfeld weigeren.
Jezus van Nazareth schuift aan in de rij om door Johannes
gedoopt te worden. Een boetedoop tot vergeving van zonden. Het is evident dat
Johannes protesteert. Hij wil Jezus laten voorgaan. Jezus zou hèm moeten dopen!
Hij had immers Jezus aangeduid als de sterkere en meerdere. Als de Messias.
Johannes wil Jezus tegenhouden, maar Hij weigert. Hij heeft er geen moeite mee
zijn hoofd te buigen en zich te laten onderdompelen door Johannes. Jezus daalt
af. Ook letterlijk. Want Jordaan komt van 'jarad' in het hebreeuws en
betekent 'afdalen'. Het is daar bij de Jordaan historische bodem. Want
het is historisch zeker dat Jezus door Johannes gedoopt is. Het is ook een
historisch kader. Aan de overkant van die Jordaan had de grote bevrijder
gestaan: Mozes. En de eerste profeet Joshua. Nu staat daar de profeet van de
grote ommekeer:Johannes. En dan komt onverwacht de lang verwachte, de Messias in
hoogst eigen persoon. Het is een plechtig moment. Een sacraal gebeuren. De hemel
scheurt open. De Geest komt over Jezus. Een goddelijke stem spreekt: "Dit
is mijn zoon, mijn veelgeliefde, in wie ik welbehagen heb." Mattheüs schrijft
slechts enkele zinnen. Kort en krachtig. Ze klinken als bazuingeschal. Hij
presenteert Jezus de messiaanse koning!
Maar deze bazuinstoten klinken pas vele jaren nadien.
Ongeveer tachtig jaar. Vanuit het verrijzenisgeloof van de eerste christenen.
Toen...bij de Jordaan was het een mens in de rij. Iemand die bewust en
uitdrukkelijk koos voor solidariteit met zondaars, uitgestotenen, onreinen,
verschoppelingen. Dat zoonschap en die messiaanse titel zijn decoraties van de
evangelist. Ze zijn door Jezus 'verdiend' . En wel zeer duur! In het
volgende hoofdstuk van Mattheüs zien we deze Jezus al strijden tegen de
bekoringen. Hij wijst magische en wereldlijke roem en macht af. Hij weigert
onkwetsbaar, ongenaakbaar te zijn. Hij zal de weg gaan van een deemoedige
weerloze dienaar die zich tot het uiterste geeft voor de minste mens. Als de 'knecht van Jahweh', volgens Jesaja.
Het zoonschap is een zending. 'Zoon' betekent in
het gezinsleven van de joden: hij die gehoorzaamt aan de wil van de vader. Jezus
wil 'zoon van God' zijn door aan zijn wil te gehoorzamen. Mattheüs ziet
dat zoonschap van Jezus niet als volkomen verschillend van het onze. In
hoofdstuk vijf schrijft hij dat wie vrede sticht en gerechtigheid volbrengt, 'zoon van God' is. Jezus is oer- en voorbeeld voor onze gehoorzame
levensweg. Ook wij zijn mensen van Gods welbehagen, mensen naar Gods hart, 'zonen en dochters van God' als we gehoorzamen aan zijn wil.
We moeten dat proberen goed te verstaan. Er is veel
misvatting over die 'wil van God'. Als we bidden 'uw wil
geschiede', is dat niet een capitulatie, geen slaafse kruiperigheid. Geen
uitschakeling van onze vrijheid en verantwoordelijkheid. 'Wil' is
teveel vanuit het Grieks vertaald als 'bevel'. Een wilsbeschikking van
een heerser. Het oorspronkelijke hebreeuwse woord wordt goed vertaald door 'welbehagen'. Gods wil is zijn welbehagen in de mens, zijn
menslievendheid. Gods wil gehoorzamen is mij laten charmeren door Gods liefde.
Er warm voor lopen. In vuur en vlam staan. Liefde is toch nooit een
koele-kikkergedoe. Een ander woord voor de liefde van God is Geest. Dat is 'dynamiek',
'bewogenheid', 'intimiteit'. Deze
Geest Gods daalt over Jezus bij zijn doop. Het symbool is hier de vredesduif. Vrede wijst ook niet naar een schaapachtig braaf gedrag. Echte
innige vreugdevolle vrede wordt bevochten in een moeilijke en verbeten strijd
met onszelf. Zowel 'liefde' als 'vrede' zijn wel mooie
woorden, maar geen gemakkelijke levenswaarden. Gods wil doen, zijn
menslievendheid uitstralen is geen euforie. Jezus, de gehoorzame 'zoon van
God' is de kruisweg gegaan om de Godsliefde te laten zien. Foltering,
ontluistering en de gruwelijke kruisdood..., het is niet bepaald aanlokkelijk!
Tinne Ruysschaert, de Vlaamse voordrachtkunstenares, zegt in
haar stuk God allemachtig: "God is de enige die op straat mag
lopen met een dikke sigaar in de mond en de handen triomfantelijk achter de
revers van zijn vest. Maar Hij doet het niet. Want... Hij is God."
Jezus was voetenwasser, 'knecht van Jahweh', en
gekruisigde slaaf want,... hij was waarachtig: 'zoon van God'.
Hoe gaan wij deze Jezus achterna? Het lijkt ons onbegonnen
werk. Hoe kunnen we onze zending als christen realiseren? Onze 'historische
bodem' is in ieder geval de rij waarin we staan. Onze vierkante meter. En
als christen staan we daar niet vooraan in de rij te pronken. Op onze eigen
manier en volgens de omstandigheden van onze weg willen we dienstbaar zijn en
solidair met de minste mens. Iemand verwarmen tegen de kilheid van onze
maatschappij. Iemands eenzaamheid, lijden of verdriet verlichten. Bidden tot
God: "Uw liefdeswil worde gedaan". En dan loskomen uit de verlamming
van 'er is toch niets aan te doen'. Maar zeggen om de liefde Gods: 'en toch...!' Ondanks alles proberen niet hard en onmeedogend te
worden, niet cynisch, verbitterd of destructief. We lezen vandaag weer
visionaire woorden van Jesaja over de 'knecht van Jahweh' waaraan
Jezus zich spiegelde: "Hij maakt geen ophef over zichzelf, roept en
schreeuwt niet op straat. Het geknakte riet breekt hij niet en de walmende
vlaspit dooft hij niet." M.a.w. mensen niet nog verder breken of monddood
maken. Door barmhartige liefde mensen weer oprichten. Hun menswaardigheid terug
geven.
Vooral geloven dat het kan. Dat het kwade het laatste woord
niet heeft. Dat het goede uiteindelijk overwint. Dat geloof grijpt mensen ook nu
onweerstaanbaar aan. Dat blijkt bijvoorbeeld vandaag uit het succes van een
Harry Potter of van In de Ban van de Ring. De kracht van het goede
blijkt ook nu mensen uit te dagen.
Het doopsel van Jezus doet ons eens te meer opkijken naar hem
die Gods liefde heeft uitgebeeld. Naar de gehoorzame 'zoon van God' en 'knecht van Jahweh', vervuld van Gods geesteskracht. Hij was een mens
in de rij. Maar helemaal een mens naar Gods hart. Daarom een mens om nooit te
vergeten!